dinsdag 9 september 2008

Weer in Nederland..

Meer dan de titel hoef ik eigenlijk niet te schrijven.. het is duidelijk. Ik ben terg in Nederland. En het is raar, het afscheid nemen was niet zo moeilijk als de andere keren, ik raak er aan gewend. Het was heerlijk om mijn ouders te zien en tot mijn grote verassing waren ook mijn broertjes mee naar het vliegveld.Zondag was het dus alleen maar heel erg leuk om thuis te zijn en van de zwaarte die me andere keren overviel had ik deze keer geen last.
Tot ik gisterochtend wakker werd en nergens zin in had. Geen zin om in bed te blijven en geen zin om er uit te gaan, geen zin om thuis te blijven maar ook geen zin om weg te gaan.. De omgekeerde cultuurchock kwam dus toch. En het feit dat er op maandagmorgen alleen maar telsell-programma's en hoe-decoreer-ik-mijn-kerstboom-programma's op televisie zijn was ook niet erg nuttig in mijn aanpassingsproces.
Het zal wel weer een paar dagen (hopelijk dagen, geen weken) voor ik aangepast ben en weer zin heb om helemaal deel te nemen aan het leven hier. Maar ik weet dat het komt, vandaag heb ik er al meer zin in dan gisteren, en er is te veel om van te genieten. Verdrietig blijven is jammer van mijn tijd.

zaterdag 6 september 2008

Aan alles komt een eind...

Mijn (voorlopig) laatste blog uit Kenia…. Ik kan nog niet echt wennen aan het idee dat ik morgenochtend in het vliegtuig zit op weg naar Europa. Vandaag de laatste boodschappen doen, kruiden om thuis Keniaans te kunnen koken, thee met die typische smaak van Kenia om aanvallen van heimwee tegen te gaan.. of misschien juist te verergeren…
Een geluk is dat ik niet meer naar alle chaotische toeristenmarktjes hoef om handgesneden olifanten en andere Afrika-prularia te kopen. Mijn familie maak ik er niet meer blij mee, ik denk trouwens dat ik ze er nooit echt blij mee gemaakt heb. En zelf ben ik er ook niet helemaal weg van.
Gisteren heb ik nog een leuke dag gehad. Ik ben naar Kijabe bij een missieziekenhuis geweest. Een paar weken geleden had ik in Nairobi bij toeval een onderzoeker ontmoet die daar werkte en hij was zo enthousiast over het ziekenhuis dat hij me uitnodigde om te gaan kijken. In tegenstelling tot bijna alle andere ziekenhuizen was er, op het eerste gezicht, geen corruptie en de verpleegsters en dokters leken echt toegewijd aan hun werk en de patiënten. Een verademing om te zien. Simon, de onderzoeker was bezig met het opstarten van een onderzoek. Hij en zijn collega’s willen uitzoeken wat de hulp is die moeders krijgen van de traditionele vroedvrouwen en hoe dit verschilt van de hulp die moeders krijgen in het ziekenhuis. Op basis van de uitkomst hiervan willen ze een training starten voor lokale vroedvrouwen zodat ook de moeders die ver van een ziekenhuis wonen zo goed mogelijke zorg krijgen. Superinteressant voor mij natuurlijk, want dat is precies waar ik mee bezig ben, uitzoeken wat de lokale vroedvrouwen doen om hen zo goed mogelijk te kunnen trainen.
Ik hoop dat de overheid hen niet in de weg gaat staan maar heb zal helpen bij alles wat ze doen.
Nog even een goed bericht als afsluiter. Nadat ik een vergaderingen heb gehad met overheidsmensen van het ministerie van volksgezondheid heb ik ze kunnen overtuigen dat ze de lokale, ongetrainde illegale vroedvrouwen beter niet wegjagen, zoals ze nu doen, maar dat ze ze beter kunnen ondersteunen met onderwijs. De vroedvrouwen in Ombeyi, waar ik het meest mee gewerkt heb, gaan nu door de overheid getraind worden zodat ze een certificaat krijgen en legaal kunnen werken. Op deze manier kunnen de vrouwen die te ver van het ziekenhuis wonen of voor wie het ziekenhuis te duur is toch kwaliteitszorg krijgen.

woensdag 3 september 2008

Mama Obama


Na de verdeeldheid van afgelopen winter heeft Kenia nu een held die alle Kenianen een patriottistische trots geeft. Zijn gezicht zie je op de mtatu's, zijn foto hangt zelfs in de kleinste hutjes naast die van de president en zijn glimlach op de voorpagina verzekert de uitgever dat de krant van die dag uitverkocht gaat zijn.
Obama, 'the wonderboy' van Kenia. Alle ogen zijn op hem gericht. Afgelopen week, toen de Democrats hem officieel uitriepen tot kandidaat voor de verkiezingen en hij een toespraak hield gingen de eerste vijf pagina’s van de krant over dit gebeuren. Dat McCain een running mate gekozen had was pas terug te vinden op pagina 23 van diezelfde krant, na het weerbericht, de sportafdeling en het lokale nieuws. De Kenianen gaan er van uit dat als hij de president is alles gaat veranderen voor Kenia. Dat Obama de verkiezingen eventueel ook wel eens zou kunnen verliezen is voor de Kenianen niet eens een optie. Ik sprak met een paar boda-bodadrivers die me vertelden dat hij alleen zou kunnen verliezen als McCain stemmen gaat kopen. 'Want dat deed Kibaki ook en hij is nu president'.
Iedereen heeft wel een broer, van een zwager, van een oudoom, van een stiefbroer van een overgrootmoeder die nog familie is van de Obama's. Dus verzekerden ze me, 'als Obama verliest staan we als een man achter hem, want hij is een Luo, hij is als onze broer'.
We hebben in de winter gezien wat er gebeurd als de Luo's als één man achter iemand staan. Raila, een Luo, verloor de verkiezingen en dat zorgde voor weken van moord en vernieling. Omdat de meeste Kenianen geloven dat politiek hoe dan ook corrupt is, en dat er geen mogelijkheid is dat Obama verliest, zou ik er niet raar van opkijken dat een winnende McCain nog wel eens voor problemen zou kunnen zorgen in Kenia. Ze vergeten ook dat er maar weinig Amerikanen zijn die oorspronkelijk uit Amerika komen. Het feit dat Bush oorspronkelijk uit Engeland komt heeft niet veel bijgedragen aan het welzijn van Engeland en de regeringstijd van Bush, dus het feit dat Obama uit Kenia komt zal, buiten wat internationale aandacht om, weinig uitmaken voor Kenia.
Maar hoe je het ook went of keert, Obama heeft wel degelijk Keniaanse roots en vandaag ben ik op bezoek geweest bij zijn grootmoeder. Het was grappig om te zien dat deze vrouw, grootmoeder van een van de meest besproken mannen ter wereld, woont in een klein huisje, zonder beveiliging, waar de kippen in en uit lopen en waar geen stromend water is.
Ze sprak geen woord engels maar praatte aan een stuk door. Ze vertelde dat ze vroeger vroedvrouw was, wat ik natuurlijk erg leuk vond. Ik was onderweg van een dorpje waar ik vrouwen les had gegeven dus ik had al mijn materiaal bij me. Ik liet haar een model zien van een baby en we bekeken een fotoboek. Ze vond het geweldig en vond dat ik maar bij haar moest blijven wonen. Ze kwam gelijk met een goede oplossing want Obama’s vrijgezelle neef liep rond en die zag het wel zitten om met mij te trouwen. Misschien is het een goede stap in mijn carrière om het nichtje van een eventueel toekomstige Amerikaanse president te zijn maar ik ben liever met Hartmut samen.

Mijn tijd in Kisumu zit er op, morgen vertrek ik voor de laatste keer met de bus naar Nairobi. Zondagochtend vlieg ik. Ik kan er nog niet goed bij, het lijkt zo onwerkelijk dat er al 10 weken voorbij zijn, ik zie er tegenop om weer terug naar Nederland/België te gaan. Om weer deel uit te maken van de cultuur daar. Ik denk dat de reizen naar Kenia en het werk hier langzaam maar zeker mijn wortels uit de Nederlandse bodem getrokken hebben. Ik zat te denken aan tuinders. Die zetten stekjes van planten in extreem vruchtbare grond zodat ze goed kunnen groeien. Als de stekjes groot genoeg zijn kunnen ze verhuizen naar normale grond, waar ze verder kunnen groeien en vrucht dragen. In Nederland is de grond extreem vruchtbaar, goed onderwijs en alle mogelijkheden om te groeien, nu is het alleen afwachten naar welke grond ik verpoot ga worden om vrucht te dragen.

zondag 31 augustus 2008

Vuurvliegjes, een knipoog van God..

Het begint wel duidelijk te worden dat ik geen geboren blogger ben. Het schrijven vind ik leuk maar de frequentie neemt af en mijn inspiratie begint op te raken. En om me er nu weer van af te maken met een foto lijkt me geen goed plan.
En dan wilde ik vandaag eindelijk schrijven, was er geen electriciteit.... wat is het leven toch moeilijk...

De afgelopen week in Ombeyi was leuk, bijzonder en inspannend. Terugkomen van Ombeyi in Kisumu, met stromend water, electriciteit en internet is alsof ik terug ben gekomen van een andere planeet. Ik vind het dan ook moeilijk om er over te schrijven. Het leven in een dorpje is zo anders dan alles wat bekend is dat ik alleen maar impressies kan geven, vage schetsen van de werkelijkheid. Het is heerlijk om daar te blijven, om 's avonds door het dorp te lopen, de paadjes te volgen die je alleen kan zien omdat ze ietsje lichter zijn dan het gras. Weten welke kant je op moet omdat je de melkweg ziet, niet vervuild door licht van straatlantaarns en autolichten. Om te genieten van vuurvliegjes, die overal oplichten, als knipoogjes van God. Om te luisteren naar de verhalen van de mensen uit het dorp, over de mensen in het dorp. Verhalen die overgedragen worden van generatie op generatie, vol waarschuwingen en levenslessen. 'Een getrouwde vrouw mag nooit eieren of kippenvlees eten want dan worden haar kinderen onvruchtbaar. Als je verliefd bent voor je getrouwd bent kan je de relatie beter beeindigen want dan krijg je ziekelijke lustgevoelens.'
Om 's ochtends wakker te worden van gezang. De buurvrouw die vroeg met haar was bezig is doet zingend haar werk en van alle kanten vallen vrouwenstemmen haar bij. Je ziet ze niet maar het gezang klinkt betoverend.

Maar het maakte me ook verdrietig. Iedere dag hoorde ik in de avond ergens klaagzang opgaan omdat er iemand was overleden. Meestal jonge mensen, die in de bloei van hun leven zouden moeten zijn maar die verzwakt door AIDS het leven op moeten geven. In een recent verschenen rapport staat dat Ombeyi in de provincie de hoogste prevalentie van HIV heeft, 52% van de bevolking is besmet en veel moeten nog getest worden. Het is frustrerend om te zien dat er een lokaal ziekenhuis is dat prima zorg zou moeten kunnen verlenen aan de mensen, maar dat alleen maar lijkt te werken als de blanke sponsor op bezoek komt. Als de geldschieter er is worden dorpelingen als patienten 'ingehuurd' en worden medewerkers betaald om te liegen.

Maar ik wil niet droevig afsluiten, ondanks alle ellende zijn de mensen in Ombeyi niet verdrietig. Natuurlijk komen de tranen als er gepraat wordt over HIV, en mensen zijn geschokt als ze horen dat er wéér iemand overleden is. Maar het leven gaat door, de mensen praten, dansen en lachen. Vertellen elkaar vrolijke verhalen, want er is geen tijd om de moed op te geven. We leven vandaag en doen dat met alles wat we hebben. Wat er morgen komt zien we dan wel weer. Als God er is voor de vuurvliegjes en de grasprietjes, zal hij zeker ook voor ons zorgen.

En dat geeft een rust waar wij, blanke controlfreaks, jaloers op kunnen worden...

maandag 25 augustus 2008

Mooi!



Ik voel me een beetje verplicht om een nieuw stukje te schrijven. Niet omdat ik zo veel te vertellen heb maar omdat ik vanaf morgen naar Ombeyi ga om daar de rest van de week door te brengen. Ik ga daar les geven aan de moeders en vroedvrouwen, kijken hoe veel de kleine Jan Ties al gegroeid is en meehelpen met Care and Compassion, een programma dat hulp biedt aan AIDS-patienten. Het gaat niet goed met Ombeyi, veel mensen sterven ten gevolge van HIV, iedere keer als ik mensen uit het dorpje spreek komen ze weer met slecht nieuws.

Ik ben hier nog maar anderhalve week en moet en wil nog zo veel doen. Daarom maak ik me er maar weer eens van af met een foto...
ik zou graag willen dat iedereen hier langs kon komen om samen met mij te werken, om samen de ervaring te delen..
En ik snap het als je niet in stinkende sloppenwijken wilt werken, ik begrijp het als je niet constant met armoede geconfronteerd wilt worden en het is geen schande als je denkt dat je het niet overleeft zonder water en electriciteit.
Maar ik weet zeker dat de helft van de lezers na het zien van deze foto al op zoek is naar goedkope vliegtickets in de richting van Kisumu.
Hier had ik gisterochtend mijn ontbijt. Niets beter dan thee drinkend met je benen in het zwembad uitkijken over het meer... Het leven in Kenia maakt me gelukkig!

vrijdag 22 augustus 2008

Cedricks trieste blik..

'Als ik hem honderd shilling geef laat hij me door, laat hij me hier niet in de stromende regen staan en ben ik voor het donker thuis…'. Een wel erg aantrekkelijke gedachte die steeds weer door mijn hoofd schiet. Maar gelukkig is die andere gedachte sterker, die gedachte die me verteld dat ik schuldig ben aan corruptie als ik hem honderd shilling(1 euro) geef terwijl ik nog in mijn vorige blog geschreven heb dat corruptie klein begint en groot eindigt en dat ik daar niet aan wil meehelpen. We staan voor de poort van Kodiaga Prison en de soldaat die ons door moet laten geniet van het feit dat hij over de macht beschikt om een blanke te stoppen. Hij komt met belachelijke vereisten waar we aan moeten voldoen voor we naar binnen mogen terwijl andere mensen in en uit lopen en alleen een glimlach genoeg is.
Na bijna een uur zucht hij nog eens diep, en verteld hij ons op plechtige wijze dat we voor deze ene keer, bij grote uitzondering naar binnen mogen. Hij laat ons duidelijk merken dat we hem wel heel dankbaar mogen zijn voor zijn fantastische hulp.
We zijn in Kodiaga om Cedrick op te zoeken. Cedrick is een 15-jarige straatjongen die bij een ontsnappingspoging uit de kindergevangenis waar we normaal werken betrapt is waardoor hij zonder pardon naar de gewone gevangenis gestuurd is. De kindergevangenis is al geen fijne plek om te zijn maar de gewone gevangenissen in Kenia zijn volgens kranten de slechtste van heel Afrika en ‘Een hel op aarde’. Nu ik er ben kan ik me er iets bij voorstellen, de hoge poorten met tralies, de grote lege pleinen met alleen een paar soldaten die de wacht houden, gevangenen die rondlopen in gestreepte pakken, en lege blikken in hun gezicht, het doet me denken aan wat je ziet in films over concentratiekampen. In deze gevangenis zitten bijna 2000 mensen hun straf uit, sommigen zijn er maar kort, maar anderen zitten er 30 jaar voor soms hele kleine misdrijven, de straf die je krijgt lijkt vaak af te hangen van het humeur van de rechter.
Gevangenen worden sterk gescheiden gehouden van de rest van de wereld, we mogen met Cedrick praten maar dan wel door 3 lagen gaas in een donker kamertje waardoor we hem haast niet kunnen zien. Hij zegt blij te zijn dat we er zijn maar hoewel het donker is schrik ik van wat ik zie, in een paar weken lijkt het alsof hij jaren ouder geworden is, hij heeft een lege blik in zijn ogen en zijn mond staat droevig. Hij verteld over het harde leven in de gevangenis, het vele werk, de strenge straffen. Vaak is er niet genoeg eten, maar dat is het ergste nog niet. Hij verteld hoe de mannen onderling verkrachtspelletjes spelen en hoe de zwakken daar de dupe van worden. Terwijl hij dit zegt kijkt hij weg en ik begrijp wat hij niet zegt. Hij is de jongste, de minst geharde, een van de zwakken. De lege, trieste blik in zijn ogen is begrijpelijk en ik heb zin om te huilen. Dit is zo ver van hoe God de wereld gemaakt heeft.
Het meegebrachte fruit mogen we niet aan hem geven. Alleen de zeep, de tandenborstel en de tandpasta mogen we na langdurige inspectie door de soldaten voor hem achterlaten. We bidden samen, maar het voelt zo oneerlijk om iemand in zijn situatie te zeggen dat God er altijd voor hem is, dat God een plan met zijn leven heeft. Alsof ik me er vanaf maak, ik heb gemakkelijk praten. Ik heb vrijheid, ik heb eten, ik heb alles wat ik nodig heb, en veel luxe die ik helemaal niet nodig heb.
Terwijl we het gebouw uitlopen proberen de soldaten gesprekjes met me aan te knopen, ze maken domme grapjes en vragen met een flirterig blik wanneer ik terug kom.
Ik heb geen zin in antwoorden, ik weet dat zij niet schuldig zijn aan wat ik zie, ik weet dat zij ook maar hun taak uitvoeren en thuis waarschijnlijk liefhebbende echtgenoten en goede vaders zijn... Maar toch...

maandag 18 augustus 2008

Corruption-free zone



Terwijl ik door Nairobi liep kwam ik dit bord tegen bij een van de regeringsgebouwen, het maakte me aan het lachen. Ik hoop dat de mensen zich wat van deze boodschap aantrekken. Corruptie is een van de grootste problemen waar hedendaags Kenia tegenaan loopt. In 2005 was Kenia nummer 13 op de lijst van meest corrupte landen. Er wordt geschat dat een Keniaan die in de stad woont gemiddeld 16 keer per maand iemand omkoopt. Meestal gaat dit om kleine dingen, een polietieagent die even de andere kant opkijkt als je te snel rijd of een wachtrij in het ziekenhuis die met behulp van een beetje geld als sneeuw voor de zon verdwijnt. Maar als kleine dingen door de vingers gezien worden kunnen grotere dingen ook gemakkelijk gebeuren. Een bouwvergunning in ruil voor een etentje is de normaalste zaak van de wereld. Als je maar genoeg geld hebt kom je overal.
Voor de buitenwereld doet de Keniase regering heel hard zijn best om de indruk te wekken dat ze er alles aan doen om corruptie te bestrijden, maar als je de kranten leest kom je het ene schandaal na het andere tegen. Interessant land... Kenia.

donderdag 14 augustus 2008

Geruststelling...

Het is lang geleden dat ik geschreven heb. Ik had weinig tijd en weinig internet, en op de momenten dat ik wel tijd had geen inspiratie om te schrijven. Na zes weken hier zijn ben ik overal weer zo aan gewend dat het overbodig lijkt om mee te delen wat ik meemaak omdat het zo gewoon en alledaags lijkt en absoluut niet de moeite waard om te lezen. Maar ik weet dat mensen zich zorgen maken over mij dus deze blog is ter geruststelling. Niet dat ik het saai vind hier, integendeel, ik geniet enorm van het leven en vind het jammer dat ik ‘nog maar’ vier weken in Kenya zal zijn. Iedere dag is anders, ik ontmoet interessante mensen, hoor indringende verhalen en leer stukje bij beetje deze andere wereld te begrijpen. Deze week is mijn laatste week in Nairobi, volgende week maandag ga ik terug naar Kisumu om daar weer te gaan werken. Mijn verblijf en werk in Nairobi is fantastisch. Ik logeer bij de familie Simiyu. Edward Simiyu is een pastor met een enorm groot hart voor alle beschadigde mensen hier. De aids-patiënten in de sloppenwijken die iedere dag maar moeten hopen dat ze genoeg eten hebben, de meisjes die geen andere optie lijken te hebben dan de prostitutie in te gaan, de boeren die niet genoeg water hebben om hun gewassen te laten groeien…
Ik leer veel van hem. Ik heb genoeg praatjesmakers ontmoet die mij exact weten uit te leggen hoe je de problemen in een ontwikkelingsland aanpakt, maar weinig mensen hebben de daadkracht die Edward heeft.
De aids-patiënten in hun zoektocht naar eten helpt hij door ze een microkrediet te geven waarmee ze een klein winkeltje kunnen beginnen, de meisjes die de prostitutie in dreigen te gaan bied hij een opleiding aan tot naaister of kapster en de boeren helpt hij met waterpompen.
Samenwerken met hem, zien hoe hij dingen aanpakt, en zijn visie op goede ontwikkelingshulp leren kennen is een verrijking voor mij en ik weet dat ik de rest van mijn leven wat zal hebben aan de kennis die ik hier opdoe. Edward is iemand die letterlijk handen en voeten geeft aan de liefde van Jezus en die al zijn kennis en vaardigheden gebruikt zijn naaste te helpen. En dat zien geeft moed, moedigt mij aan om hetzelfde te doen. Niet bang zijn voor de toekomst, voor onzekerheid of teleurstellingen, maar gewoon gaan waar ik moet gaan. Kijken waar hulp nodig is en de handen uit de mouwen steken. Ik denk hier de laatste tijd veel over na, dromen over werken in de ontwikkelingshulp is gemakkelijk, zeggen dat je het gaat doen is ook niet zo moeilijk, maar om werkelijk alle zekerheden los te laten en gaan naar daar waar God je stuurt is een ander verhaal. Niet dat ik twijfel over wat ik wil gaan doen. De indringende vraag om hulp, om kennis voor de vrouwen, de moeders en de zwangeren is er een die ik niet kan negeren. Hoe meer ik les geef, hoe meer verhalen ik hoor en hoe langer ik hier ben, hoe meer zekerheid ik heb dat dit is waarvoor ik gemaakt ben. Het doet me pijn om te zien hoe veel mensen, vooral vrouwen, lijden terwijl er aan veel oorzaken gemakkelijk wat gedaan kan worden. Iets waar ik graag aan wil meehelpen.
Bovendien geniet ik van dit leven en het werk. De onzekerheid die het met zich meebrengt vind ik stiekem aantrekkelijker dan de relatieve zekerheid van een negen-tot-vijf-baan en een rijtjeshuis-met-hypotheek.
Maar toch, de afgelopen jaren kon ik grootse dromen hebben, verantwoordelijkheden waren klein en beslissingen waren immers nog ver weg. Maar nu is het bijna ‘als ik later groot ben’, heb ik nog maar een jaar te studeren, wil ik niet meer alleen beslissingen maken maar dat samen met Hartmut doen en lijken er ineens veel meer mensen om mijn hulp te vragen en dat maakt het niet gemakkelijker.
Gelukkig weet ik dat God in het verleden deuren heeft geopend als het nodig was en mag ik erop vertrouwen dat hij dat in de toekomst ook zal doen. De waar’s, wanneer’s, wat’s en hoe’s weet ik niet maar ik weet dat degene die alles gemaakt heeft dat wel weet en dat geeft moed.

Liefs,
Anneke

woensdag 6 augustus 2008

Genieten...


Ik heb niet veel tijd om te schrijven, en zo veel in mijn hoofd dat ik niet eens weet waar ik moet beginnen, maar deze foto wil ik graag met jullie delen.
Het was een van mijn hoogtepuntjes van mijn verblijf in pokot. Op de foto zie je mijn badkamer. De Pokot waren zo gastvrij dat ik me er schuldig over voelde. Er was bijna geen water maar toch speelden ze het iedere ochtend klaar om voor mij schoon water te vinden en dit te koken op een houtvuurtje tot het de ideale temperatuur was. Want je blanke gast geef je de beste behandeling die mogeleijk is. Elke morgen werd ik gewekt met de mededeling dat mijn water warm was. Ik kon me dan gaan wassen in deze 'natuurlijke' badkamer. Niemand kon mij zien maar door de spleten tussen de takken kon ik zien hoe idereen in het licht van de opgaande zon druk bezig was met de ochtendwerkzaamheden. Onder het genot van de geluiden van de vogels nam ik dan mijn bad en ik was compleet opgefrist voor een nieuwe dag in de stoffige woestijn.
Geen badkamer met warmteregeling, massagestralen of bubbelbad kan hier tegenop...

zondag 3 augustus 2008

Wat roofovervallen met waterputten te maken hebben....


De schemering overvalt ons, het oranjeroze licht van de zonsondergang is aan het wegtrekken, de eerste sterren pinken aan de hemel. Langzaam maken we de afdaling, vanaf de bergen van de Rift Valley richting het westen, de vallei van de Pokot. Aan de linkerkant steile rotsen, aan de rechterkant een eindeloze diepte. In deze vallei wonen zo’n 500.000 Pokot, een nomadenvolk dat leeft alsof de tijd heeft stil gestaan. De weg waarop wij rijden, een smalle zandweg, is de enige verbinding met de rest van Kenia.
In het donker komen we aan bij een wegblokkade, een politieman bekijkt argwanend met een zaklamp onze bagage. Dit is de laatste post voor de grens met Uganda, Pokot is een gebied dat niet echt meer bij Kenia hoort, de regering voelt zich dan ook niet verantwoordelijk voor de inwoners. De streek is ideaal voor smokkelaars en illegale wapenhandel.
De eerste paar kilometers vinden we langs de weg nog kleine dorpjes, met olielampen verlichte winkeltjes, scholen en af en toe een auto. Maar hoe verder we de vallei in gaan, hoe leger het wordt. In het licht van onze koplampen zien we hier en daar een verdwaalde geit, een antilope of een ‘warrior’. Traditioneel gekleed in een rode deken, felgekleurde kettingen om de nek en pijl en boog in de hand.
De cultuur is sterk, de invloeden ven het westen miniem. Als een jongen zeventien jaar is ondergaat hij een speciale ceremonie die hem inwijdt in de wereld van de warriors, de strijders. Klaar om te trouwen, klaar om voor een kudde te zorgen maar ook klaar om naburige stammen te verassen met roofovervallen.
De meisjes zijn eerder volwassen, op twaalf jarige leeftijd worden ze besneden en krijgen ze armbanden om de linkerarm, een teken van huwbaarheid. Meestal worden ze, als de familie met de potentiële echtgenoot overeenkomt over de bruidsschat, snel verplaatst naar de rechterarm, het teken dat ze getrouwd zijn. Als de echtgenoot de bruidsschat niet kan betalen is dat geen probleem. Hij gaat naar de lokale profeet, die hem verteld waar en hoe hij het beste een overval kan doen en de warrior gaat samen met zijn collega’s op pad. Vandaag was nog in het nieuws hoe de Pokot bij een roofoverval 30 mannen van een buurstam gedood hebben om 700 koeien te stelen.. Dit gebeurde op nog geen uur rijden van de plaats waar wij waren. Wij hadden geen koeien bij ons, dus wij waren veilig. Bovendien kwamen wij om ze te helpen met water, iets waar ze nu tien kilometer voor moeten lopen.

Ik heb me verbaasd over hoe dicht deze mensen bij de natuur leven. Aan de geluiden van de vogels kunnen ze horen of er een vijand aankomt. Het kampvuur waar we ’s avonds omheen zaten was gemaakt door geduldig een stokje op een stuk droog hout rond te draaien, net zo lang tot er een vonkje ontstaat. Terwijl we rond dat kampvuur zaten te praten, kwam er een meisje dat zich niet goed voelde. Onmiddellijk sprongen een paar warriors op, grepen in bomen en zochten op de grond naar planten. Een paar minuten later zat het meisje met een vers gebrouwen kruidenthee die haar zichtbaar goed deed. Het leven, ver van de chaotische westerse wereld, zonder stromend water, elektriciteit, en mobiele telefoons, want er is toch geen bereik, lijkt romantisch. En ik moet zeggen dat het voor een paar dagen heel rustgevend was.
Maar het heeft een keerzijde. De rivieren drogen op en het land veranderd in een woestijn. De groeiende bevolking zorgt er voor dat er niet genoeg ruimte meer is om achter de kudde aan te gaan op zoek naar water en er komt meer en meer ziekte en armoede. De oude levensstijl kan niet meer gehandhaafd worden maar door het gebrek aan water en kennis is het onmogelijk om een nieuwe te beginnen. In Pokot heb ik gezien wat voor veel mensen het plaatje van Afrika is. Kinderen met een hongerbuik, die in gescheurde kleren met vliegen op hun gezicht staan te wachten. Wachten tot het later wordt, wachten of het later wordt want veel hoop is er niet. Er is geen eten, geen water, geen onderwijs en geen gezondheidszorg.
Edwards kerk is begonnen met het maken van boorgaten om grondwaterputten te krijgen. Dat water gelijk staat met hoop heb ik gemerkt, de dankbaarheid in de ogen van de mensen was onbetaalbaar. Water helpt de mensen om zich te vestigen en nieuwe manieren van leven te beginnen. Als er water is is er de mogelijkheid tot landbouw en zijn de mensen minder afhankelijk van de koe. Kinderen kunnen veelzijdiger eten en de hongerbuikjes zullen verdwijnen. Rondtrekkende nomadenkinderen kunnen moeilijk naar school maar als de ouders zich settelen kan er begonnen worden met onderwijs om ook deze mensen eerlijke kansen te geven. Dit is ook een manier om meisjes langer uit het huwelijk te houden. Hoe langer een meisje gestudeerd heeft, hoe meer bruidsschat de ouders kunnen vragen. Ze zullen zich dus wel een keer bedenken voor ze hun twaalfjarige dochter uithuwelijken.
Bovendien zal het aantal roofovervallen verminderen als er andere manieren van leven gevonden worden en als mensen beter onderwijs gehad hebben.

Natuurlijk vragen mensen zich nu af of we deze mensen niet te veel willen verwesteren, en onze standaards van wat een goed leven is toepassen op hen. Dit is inderdaad een vraag die ook bij mij opkomt. Maar ik denk dat alle mensen, waar ook ter wereld, recht hebben op onderwijs, veiligheid, gezondheidszorg en drinkwater. Dat zijn basiswaarden die niets te maken heeft met westers denken en deze waarden kunnen prima tegemoetgekomen worden zonder afbraak te doen aan een bepaalde cultuur. Inderdaad, we moeten culturen in hun waarde laten, en mensen zelf laten doen wat ze kunnen. Maar wij, de westerse wereld, hebben met onze kennis en technologieën een verantwoordelijkheid ten opzichte van de mensen die het minder hebben. Het belangrijkste is dat wij deze kennis overdragen zodat de Pokot, en vele anderen, niet afhankelijk blijven van ons maar zodat zij de macht houden in hun leven, en zelf kunnen kijken hoe ze deze nieuwe technologieën kunnen inkaderen in hun manier van leven. Om deze reden hebben wij in ons bezoek geholpen met het aanstellen van besturen. Iedere waterpomp heeft een bestuur van mensen die er omheen wonen, zij zijn verantwoordelijk voor de pomp en zij zullen worden opgeleid om problemen te kunnen verhelpen. Zo zullen de pompen niet van ons, maar van hun zelf zijn.
Want, zoals de chinezen zeggen, als je een hongerig man wil helpen geef je hem geen vis maar leer je hem hoe je een hengel moet maken.

Mijn blog is lang, ik denk dat alleen de dappere lezers het gehaald hebben tot hier. Ik zou een boek kunnen schrijven over alles wat ik heb meegemaakt maar ik zal stoppen. Het was fascinerend en ik na mijn verblijf daar ben ik vervuld met dankbaarheid voor mijn eigen leven. De vanzelfsprekendheid van de aanwezigheid van water, gezond eten en onderwijs.
Niet op mijn twaalfde uitgehuwelijkt worden aan een man die al vier vrouwen heeft maar zelf mogen kiezen van wie ik hou. (Hoewel het misschien gemakkelijker is als je niet zoveel houd van degene met wie je samen bent, dan mis je hem niet zo als hij er niet is :P)

Liefs Anneke

woensdag 30 juli 2008

Actualiteiten

Wat een vreselijk nieuws over het lot van de 5 Nederlandse vrouwen in Kakamega. Zo komt het wel heel dichtbij. Om jullie gerust te stellen, met mij gaat het goed en ik ben in een veilige omgeving, mensen passen goed op me en ik kijk zelf ook goed uit.
Het bewijst maar weer eens hoe onze wereld de weg kwijt is. Vrijwilligers die komen om een samenleving te helpen die het slachtoffer worden van verkrachting en geweld. Ik heb er geen woorden voor... Ik wil jullie vragen om voor de slachtoffers maar ook voor de mensen daar in de omgeving te bidden.
Livingstone heeft het project, geheel begrijpelijk, per direct gestopt. Ik vind het vreselijk dat de onschuldige samenleving nu de dupe wordt van het gewelddadige gedrag van een paar mannen.
Het is opvallend dat de Keniaanse kranten niet schrijven over het voorval in Kakamega, hoewel het nog niet veel vaker is voorgekomen dat seksueel geweld zich gericht heeft op buitenlanders. Ze willen het waarschijnlijk uit de publiciteit houden om een instorting van het toerisme te voorkomen. Kenia begint net terug te klimmen uit het diepe dal dat ontstaan was na de rellen aan het begin van dit jaar.
Bovendien heeft Kenia het druk met een golf van stakingen en geweld op middelbare scholen. De studenten protesteren vanwege de hoge werkdruk en volgen daarbij het voorbeeld dat hun ouders hun gegeven hebben in Januari, toen leek het dat stakingen, agressie en vernielingen nodig zijn om je stem te laten horen. Scholen worden geplunderd, verwoest en verbrand en er zijn al vele studenten opgenomen in ziekenhuizen met brand en slagwonden.
Ik denk dat ik stop met dergelijke berichtgevingen, anders vind ik morgen mijn mailbox vol met mails van mensen die vinden dat ik beter terug kan gaan naar Nederland, en dat is niet de oplossing. Er is inderdaad veel corruptie, geweld en misdaad, er zijn veel rotte appels in deze samenleving die het moeilijk maken voor de rest en juist daarom moet die rest geholpen worden.
Als dit de realiteit is waarin je opgroeit, als de volwassenen om je heen laten zien dat je met smeergeld en geweld ver kan komen in de maatschappij kan je de jeugd niet beschuldigen van gebrek aan moraal. Juist daarom moeten hulporganisaties blijven werken om mensen de juiste richting aan te wijzen om zo samen het land op te bouwen.
En welke hulp dan de juiste richting aanwijst is een onderwerp waarmee ik duizend blogs zou kunnen vullen. In mijn tijd hier heb ik veel slechte voorbeelden gezien, voorbeelden van hulp die geen hulp is. 'Hulp' die er voor zorgt dat mensen afhankelijk blijven van het rijke westen waardoor er altijd een scheve machtsverhouding blijft bestaan tussen de 1e en de 3e wereld. Maar gelukkig heb ik ook veel goede, hoopgevende voorbeelden gezien.
Meer en meer raak ik overtuigd van de kracht van microfinanciering. Mensen helpen door een kleine lening waardoor ze een zaakje kunnen beginnen, een vak kunnen leren waaraan ze hun identiteit kunnen ontlenen.
Mensen die weten wie ze zijn en trots zijn op wat ze doen zullen minder snel over gaan tot geweld omdat ze te veel te verliezen hebben. Bovendien maakt het mensen kapitaalkrachtiger wat een boost geeft aan de economie, wat er weer voor zal zorgen dat er meer mensen een baan hebben, wat er voor zorgt dat mensen meer kapitaalkrachtig zijn.... Inderdaad, de positief ingestelde mensen beginnen nu samen met mij te dromen over een betere wereld, een betere verdeling van geld en macht en een zonnige toekomst voor de komende generatie.

Morgen vertrek ik voor een paar dagen naar West-Pokot, een woestijnachtige streek in het westen van Kenia waar een nomadenvolk leeft. Er is hongersnood en het enige waar de mensen zich mee kunnen voeden zijn de producten van de koe. Melk, vlees en bloed.... We gaan er werken aan waterputten, voorlichting geven over hygiëne en gezondheid en, het allerbelangrijkste, de mensen de meest hoopgevende boodschap vertellen die er is.
Wij kunnen ze misschien helpen met water, een school bouwen of ze helpen bij gezondheidsproblemen, maar het meest belangrijke is dat ze de liefde van God leren kennen. De liefde die veel dieper gaat dan alleen de materiele hulp. Een liefde die ook hoop geeft als er geen eten is, als er geen gezondheidszorg is, als er geen hoop op leven meer is....

Liefs Anneke

maandag 28 juli 2008

Een druppel bloed met grote gevolgen…

‘Ken je status en red hiermee je eigen leven en dat van anderen.’
Dit is de boodschap waar in Kenia zangers over zingen, kranten over schrijven en politici over debatteren. Je status is in dit geval je toestand met betrekking tot HIV. Aan welke kant van de scheidslijn sta je? De scheidslijn die de bevolking onverbiddelijk in tweeën splitst. Positief of negatief, een leven in onzekerheid, gevuld met medicijnen, een sociaal stigma en een naderende dood of een leven in relatieve zekerheid, waarbij je, met een beetje voorzichtigheid, kan voorkomen dat je aan de verkeerde kant van de scheidslijn terecht komt.
Bij mensen die positief getest zijn, dit wil zeggen dat het HIV-virus in hun bloed in vastgesteld, wordt gekeken hoe veel er van dat virus aanwezig is en aan de hand daarvan krijgen ze een antivirale cocktail. Een mengsel van meerdere medicijnen die er samen voor moeten zorgen dat er zo weinig mogelijk virus aanwezig is om het lichaam kwaad te doen. Deze medicijnen werken alleen als ze genomen worden in combinatie met een gezond leven. En dit is juist de reden waarom HIV in Europa steeds meer een chronische aandoening wordt terwijl er in Afrika dagelijks duizenden mensen aan sterven. De Keniaanse regering stelt de antivirale cocktail gratis ter beschikking aan patiënten maar een gebrek aan goede voeding en logistieke problemen die therapietrouw in veel gevallen onmogelijk maakt zorgen ervoor dat de medicijnen hun goede uitwerking missen en mensen doodziek worden van een simpele verkoudheid of maandenlang met een etterende, steeds groter wordende wond rondlopen omdat ze zich geschaafd hebben.
Om het medicijn zo effectief mogelijk te laten zijn moet het genomen worden in een vroeg stadium van de HIV, als het nog niet al te veel kwaad heeft gedaan. Maar juist dan heeft een patiënt nog geen tekens van ziekte, en dit symptoomloze tijdperk kan in sommige gevallen zelfs jaren duren. In die tijd kan het virus goed zijn ‘werk’ doen en kan de patiënt vele anderen besmetten.
Om deze reden is het van belang dat mensen hun status kennen. De Keniaanse overheid heeft hiervoor VCT-klinieken. Vrijwillige counseling en testen. Mensen kunnen daarheen gaan, om uitleg te krijgen over wat HIV/AIDS is, hoe je het krijgt, hoe je het kan voorkomen. Wat er gebeurt bij de test en wat de gevolgen zijn als je het virus hebt. Als mensen er klaar voor zijn worden ze getest zodat ze hun status kennen. De meeste mensen die voor de eerste keer gaan komen alleen voor informatie, je status leren kennen is eng en veel mensen verkiezen de onzekerheid boven een eventueel negatieve boodschap.
Ik had al heel wat VCT-klinieken gezien maar was nog nooit zelf door het hele testproces gegaan. Edward’s kerk, waar ik nu werk, heeft ook een kliniek en bij wijze van kennismaking met de kliniek en het werk heb ik me laten testen.
Achter gesloten deuren, alles is vertrouwelijk en er wordt met grote zorgvuldigheid omgegaan met het beroepsgeheim, legt Becky, de counselor, me uit wat AIDS is, vraagt ze me of ik de gevaren ken en of ik weet hoe ik het kan krijgen. Ze vraagt me waarom ik getest wil worden, veel mensen die bijna gaan trouwen, zwanger willen worden of net een nieuwe relatie hebben komen om zich te laten testen.
Ze legt de test aan me uit, 2 rode streepjes is negatief, bovenste streepje rood is positief en onderste streepje rood betekend dat de test opnieuw gedaan moet worden.
De handschoenen gaan aan, testen worden klaargemaakt en na een kleine, maar pijnlijke vingerprik zit ik met een enorme druppel bloed op mijn vinger die opgezogen wordt met een pipetje en langzaam op de test gedruppeld wordt. Nu is het wachten, de test wordt uit mijn zicht gelegd en Becky vraagt me wat ik ga doen als blijkt dat ik positief ben. Houd ik het voor mezelf of ga ik er met anderen over praten.
Als ik positief ben….
Ineens heb ik allemaal rampscenario’s in mijn hoofd. Dat straatjongetje met die bloedende wond, misschien was hij wel positief? Die patiënt die ik verzorgt heb.. ben ik wel voorzichtig genoeg geweest? Het zweet breekt me aan alle kanten uit. Ik kan alleen maar bidden. Ik ben blij als de 10 minuten voorbij zijn maar durf haast niet te kijken. Ik zie 2 rode streepjes, wat is dat ook al weer? Positief? Negatief? Ik weet het niet meer….
Nu ik zelf in de spanning heb gezeten snap ik ook veel beter waarom mensen zich niet laten testen.
Ook al wist ik dat de kans dat ik besmet was ontzettend klein was, het was eng. Ik zou ook niet weten hoe ik zou reageren op slecht nieuws. Het leven in onzekerheid lijkt inderdaad aantrekkelijk.
En juist daarom is voorlichting zo belangrijk. Mensen laten weten wat AIDS is, wat de gevaren zijn en hoe je het kan voorkomen. Mensen wijzen op hun verantwoordelijkheid ten opzichte van (toekomstige) partner en kinderen. Zodat de komende generatie beter weet wat HIV is hoewel ze er minder onder lijden.
Anneke
PS: Voor iedereen die het niet meer kon volgen, ik heb géén HIV.

donderdag 24 juli 2008

Een bloederige glimlach....


Eindelijk weer een verhaal uit Nairobi. Ik ben de afgelopen dagen zo druk geweest dat ik alleen maar tijd heb gehad om te werken, te eten en te slapen. Bovendien heb ik, hier in Nairobi minder gemakkelijk toegang tot het internet. Hoe dan ook, nu heb ik het wel en ik heb tijd om een nieuwe blog te schrijven.
Ik heb een fantastische week gehad, ik heb in Kibera gewerkt in een medisch kamp.
Een Amerikaans team van dokters, verpleegkundigen, apothekers en tandartsen gaven de mensen gratis medische zorg. Dit was natuurlijk een kamp naar mijn hart en toen ik hoorde dat ik hieraan mee mocht werken werd ik gelijk enthousiast.

Gratis medische zorg is zeldzaam en veel mensen grepen dan ook de kans om eindelijk een wond te laten behandelen of die kies die al zo lang pijn deed te laten trekken. Vanaf zes uur ’s ochtends stonden ze in de rij om er zeker van te zijn dat ze die dag behandeld werden behandeld en ik heb me verbaasd over het geduld van de mensen. Vaak moesten ze uren wachten maar er was niemand die begon te klagen of boos werd. Dat heb ik op stages wel eens heel anders meegemaakt terwijl de wachttijden in europa aanzienlijk korter zijn.
De mensen werden gecheckt door een verpleegkundige, de belangrijkste klacht werd behandeld door een arts, soms voerden ze zelfs kleine operaties uit en als ze klaar waren kregen ze gratis de nodige medicijnen mee van de apotheek. De behandeling was belangrijk maar wat ik vooral geleerd heb de afgelopen dagen is dat een glimlach, een schouderklopje of en bemoedigend woord veel meer doet. Het feit dat je er bent en aandacht en liefde aan mensen geeft is al voldoende voor de meeste mensen.
Ik ben vooral druk geweest met ‘Community health education’. De mensen aan het wachten waren op hun behandeling les geven over de preventie van ziekten. Het team noemde mij op een gegeven moment het diarreemeisje, wat een heel goede samenvatting is van waar ik het de hele dag over had. Dit is echter heel belangrijk, 80% van alle mensen die naar het ziekenhuis gaan in Nairobi gaan omdat ze een probleem hebben dat is gerelateerd aan een gebrek aan schoon drinkwater. In de meeste gevallen dus diarree en uitdroging.
Naast les geven heb ik ook veel counseling gedaan. Begeleiding van vrouwen die problemen hadden met hun menstruatie, zwangerschap en andere vrouwenkwaaltjes. Erg interessant!

Op de foto zie je de tandarts in actie. Ik heb ontdekt dat ik daar niet erg goed tegen kan, bevallingen zien is geen probleem maar een tandarts die al zijn kracht gebruiken moet om tanden uit te trekken is een ander verhaal.
Een griezelanekdote als afsluiter…. Er was een oude man die al jaren zo veel problemen had met zijn tanden dat hij alleen maar pap kon eten, daarom vroeg hij of de tandarts al zijn tanden, die toch al rot en zwart waren, uit kon trekken. Dat deed de tandarts en 29 tanden later vertrok de man met een bloederige maar blije glimlach!

Liefs Anneke

maandag 21 juli 2008

Er was er een jarig......


Zelfs in Kenya werd mijn verjaardag niet vergeten, er was een heerlijke chocoladecake!
Er volgt snel een update over mijn werk.

vrijdag 18 juli 2008

Het leven in een Metropool...



Deze keer een blog vanuit Nairobi. Gisteren heb ik de lange, hobbelige maar o zo mooie busrit opnieuw gedaan maar nu in omgekeerde volgorde. Van Kisumu naar Nairobi. Het was raar om weg te gaan uit Kisumu en de meeste mensen waren nogal wantrouwend en bang dat ik niet terug zou komen. Ze konden zich niet voorstellen dat ik werken in de grote, drukke stad prefereerde boven werken in het rustige Kisumu. Ik weet het ook nog niet wat ik het liefste doe maar ik kijk er enorm naar uit om kennis te maken met het werk en de cultuur hier om op deze manier nog beter te weten wat ik graag doe en waar God mij wil hebben.
Nairobi lijkt in niets op Kisumu, behalve dat de mensen ook zwart zijn en de Keniaanse vlag in beide steden wappert. De mensen uit Kisumu zijn trots op hun stad en vinden het een echte metropool. Dat komt vooral omdat ze niet veel hebben om mee te vergelijken. De mensen uit Nairobi lachen schamper om de trots van de Luo’s want vergeleken met Nairobi is Kisumu een uitgestorven provinciestadje. Sommige delen van Nairobi zou de vergelijken met een westerse stad prima doorstaan, niks geen Afrikaanse rust en landelijkheid. Maar hoge kantoren en flatgebouwen, wegen met rokende auto’s en geïrriteerd getoeter vanwege de files en zakenmensen die gehaast rondlopen met een mobieltje dat aan hun oor vastgelijmd lijkt te zijn. Daarnaast heb je ook de talloze bedelaars, straatkinderen, wegen met gaten, enorme sloppenwijken en stervende Aids-patiënten.
In Kisumu wonen bijna alleen maar mensen van de Luo-stam terwijl Nairobi mensen uit alle hoeken van het land aantrekt. Dit levert een interessante mengeling van de 42 stammen op en heeft een heel eigen cultuur als resultaat. Daarnaast wonen hier enorm veel mensen uit bijna alle landen van de wereld. Een blanke is hier dan ook niet zo bijzonder en de mensen rennen niet als gekken op je af om je te groeten zodra je je gezicht ergens laat zien.
Ik vind het wel fijn om tijdelijk van mijn celebratiestatus verlost te zijn. Aandacht is best leuk maar ik ben er niet voor gemaakt om altijd en overal in het middelpunt van de belangstelling te staan.

Op de foto zie je Kibera, ik heb deze foto vorig jaar gemaakt en de komende weken zal ik veel in deze sloppenwijk werken. Kibera is het trieste resultaat van de magneetwerking van Nairobi. Mensen uit alle winstreken trekken naar de grote stad in de hoop op een baan en een betere toekomst maar banen zijn schaars en geld is er te weinig. Mensen eindigen in Kibera, of in een van de andere sloppenwijken in een golfplatenhuisje waarvoor ze meer huur moeten betalen dan voor een compleet huis in het dorp waar ze vandaan komen. 1,4 miljoen mensen zo dicht op elkaar gepakt verhinderd dat er een degelijke ontwikkeling van infrastructuur of sanitaire voorzieningen kan plaatsvinden en hierdoor is het voor infectieziekten een waar paradijs. Maar ondanks de trieste omstandigheden is het een levendige plaats waar de mensen lachen, de muziek van alle kanten klinkt en ieder vrij hoekje is omgetoverd in een kleurrijk winkeltje waar je alles kan kopen wat nodig is om in leven te blijven.
Ik kijk er naar uit om mijn steentje bij te dragen aan de verbetering van de levensomstandigheden in deze plaats!

Liefs Anneke

PS: Mijn zus is vandaag jarig en net zo oud (of jong) als ik, gefeliciteerd Hester!

dinsdag 15 juli 2008

Vragen op vodjes...

De afgelopen dagen heb ik aan veel vrouwen met veel verschillende achtergronden les gegeven. Traditionele vroedvrouwen, gniffelende pubermeisjes en een dorpskerk waar ze zoiets nog nooit gehoord hadden. iedere keer weer een uitdaging om aansluiting te vinden bij het publiek en uit te vinden aan welke informatie ze het meeste zullen hebben.
Dat de informatie die ik vertel over zwangerschap, vruchtbaarheid en de menstruatiecyclus nodig zijn wordt me meestal duidelijk door de vragen die ik krijg. Niet hardop uiitgesproken in de groep, want op de woorden die te maken hebben met de onderwerpen waarover ik les geef rust een groot taboe. Alleen al dat taboe doorbreken is een hele uitdaging. Nee, de vragen worden opgeschreven op vodjes en in pauzes worden ze in mijn handen gedrukt in de hoop dat ik ze ga beantwoorden.
Sommige vragen zijn werkelijk hilarisch en ik moet dan af en toe ook grote moeite doen om niet in lachen uit te barsten als ik ze lees, hier een aantal voorbeelden.
+Wat is dat witte spul dat een baby op zijn huid heeft als hij net geboren is? Is dat sperma en betekend het dat de moeder nog maar kort geleden met een man geslapen heeft?
+Als een moeder veel citroensap drinkt, krijgt de baby dan een groot hoofd?
+Hoe komt het dat zwangere vrouwen zo veel huilen? Is dat omdat ze te weinig bloed hebben, of is dat gewoon teveel vruchtwater dat eruit moet?
+ Is het waar dat je je niet mag wassen als je je menstruatie hebt omdat er dan een gat in je vagina zit?
+ Is het waar dat een vrouw niet meer zwanger kan worden als je een heel stevige knoop in de navelstreng van haar laatste baby maakt?
+ Als je zwanger bent en je wil de baby niet, helpt het dan om gelijk daarna met een andere man naar bed te gaan? Ik heb gehoord dat zijn zaad dan de baby dood maakt.


na zulke vragen ben ik altijd heel dankbaar dat ik goed onderwijs gehad heb en het motiveerd me door te gaan met mijn werk zodat er hopelijk een generatie komt die dergelijke vragen niet meer hoeft te stellen omdat ze weten hoe een vrouwenlichaam in elkaar zit.
Morgen ga ik les geven aan een groep vroedvrouwen in Ahero, een klein stadje vlak bij Kisumu. Ik ben benieuwd wat voor moeilijke vragen ze me deze keer zullen stellen.

Liefs Anneke

zaterdag 12 juli 2008

Onverwacht bezoek..


Kenia blijft verbazen, mijn dagen in Ombeyi waren overweldigend. Zo veel ervaringen in zo weinig tijd. Ik weet niet eens goed waar ik moet beginnen en als ik alles zou opschrijven wat ik heb meegemaakt dan zou ik volgende week nog aan het schrijven zijn en zouden alle lezers afhaken omdat de tegenstelling van intens geluk en hartverscheurend verdriet die ik tegen ben gekomen te groot lijkt om waar te zijn.
Ik ga daarom niet eens beginnen met alles vertellen, er is echter een verhaal dat ik jullie niet wil onthouden.

Na drie jaar kennen de meeste mensen in Ombeyi me wel van gezicht en dat ik terug was ging dan ook als een lopend vuurtje door het dorp. Veel mensen kwamen even bij me langs om me te begroeten met een stevige Afrikaanse knuffel. Een van hen was Mary. Mary is HIV positief en zwanger van haar 9e kindje. Haar echtgenoot is drie jaar geleden overleden en vanwege de luo-traditie moest Mary trouwen met de broer van haar overleden echtgenoot. Hij was echter HIV-positief en op die manier is Mary ook besmet geraakt. Mary begroette me uitbundig en kon niet stoppen met vertellen hoe blij ze was dat ik er was. Ik moest haar namelijk helpen met de bevalling. Ze zei dat ze het zwanger zijn beu was en omdat ik in Europa studeerde zou ik wel weten hoe ik haar kindje er zo snel mogelijk uit moest halen. Ik moest er een beetje om lachen en legde uit dat ik daar niet zomaar voor kan zorgen. Het begin van de bevalling is in de meeste gevallen, en zeker in Kenia, iets dat door de natuur in gang gezet wordt en ik zal de laatste zijn die daarin gaat ingrijpen. Bovendien werd de baby pas halverwege augustus verwacht. Ik zei daarom tegen Mary dat ze die avond maar even langs moest komen in het huis waar ik sliep en dan zou ik controleren hoe de baby lag en haar wat uitleg geven. Dit vond ze helemaal geweldig en terwijl ze weg liep verzekerde ze me dat ze de hele dag zou blijven bidden dat het kindje vandaag zou komen.

's Avonds kwam Mary inderdaad naar mijn huisje, ik zat buiten van de laatste zonnestralen te genieten en al van grote afstand riep ze dat haar kindje snel zou komen, ze voelde dat het was begonnen. Iedereen moest er hard om lachen want Mary staat in het dorp een beetje bekend als praatjesmaker.
Terwijl ik haar onderzocht merkte ik op dat de buik toch wel erg groot was voor een 8 maand oude zwangerschap en dat er bovendien voordurend regelmatige contracties waren, iets dat meestal betekend dat de bevalling begonnen is. Ik vroeg Mary nog eens hoe zeker ze was van de verwachte bevalinsdatum en toen bleek dat ze bij de consultatie van de dokter maar wat gezegd had en dat er dus helemaal niets van klopte. Ze kreeg ondertussen steeds meer pijn en ik durfde al niet meer zo hard te roepen dathaar kindje vandaag niet zou komen. Terug naar haar hutje gaan was al geen optie meer en ik liet een lokale vroedvrouw roepen omdat ik graag wilde zien hoe zij de bevalling zou doen zodat ik nog beter in staat zou zijn goed les te geven omdat ik de werkwijzen dan zou leren kennen.

Een stuk of drie vroedvrouwen kwamen en ik keek mijn ogen uit, er werd gebeden, tegen de buik geduwd, Mary werd door elkaar geschud en ze moest op de wortels van planten kauwen omdat dat de bevalling sneller zou laten gaan. Ik denk dat het zijn effect had want een kwartier nadat ze binnen waren braken de vliezen en een half uur later was Ombeyi een inwoner rijker. Direct nadat de moeder hoorde dat het een jongentje was keek ze mij aan met een grote glimlach en vroeg ze hoe mijn vader heet. Er is nu dus een klein Jan Tiesje met kroeshaar en negerlipjes.

Mary bleef de rest van de tijd dat ik in Ombeyi was bij mij in huis en ik heb me verbaasd over hoe sterk Afrikaanse vrouwen zijn. Op mijn stages kom ik moeders tegen die het vijf dagen na de bevalling nog presteren om me te bellen of ik een glaasjke water wil brengen, Mary daarentegen begon zelf de rommel van de bevalling op te ruimen en ik ben er vrij zeker van dat ze de vloer daarna nog gedweild zou hebben als ik haar niet tegengehouden had.

Min eerste bevalling in Afrika, eentje zonder electriciteit, stromend water en automatisch op-en-neer-gaande verlostafel, maar een in het licht van een olielamp gewoon op de betonnen grond.
Het was een geweldige ervaring, ik kan nog veel meer schrijven over hoe schattig de kleine Jan Ties is, over de gebruiken rond de geboorte, en over de vroedvrouwen die ik les gegeven heb maar ik val zowat om van de slaap.
Ik schrijf snel weer,
liefs van een genietende Anneke

woensdag 9 juli 2008

Driving without brakes is dangerous!

''Hey white lady, you are beautiful! I love you.... eeeeh.... where are your brakes, you know it is very dangerous to ride a bike without brakes!''

Dit is de afgelopen dagen vaak naar me geroepen door flirterige fietstaxi-chauffeurs. Op het kantoor hebben we fietsen en mijn favoriet is een klein crossfietsje met terugtraprem. Iets waar Kenianen nog nooit van gehoord hebben en waarover ze zich erg veel zorgen maken, zo'n rare fiets kan niet goed zijn!
Als ze me zien fietsen is de eerste reactie er altijd een van verbazing, een blanke die sterk genoeg is om te fietsen is al genoeg om de mond van open te laten vallen... en dan ook nog een die zo gek is dat ze fietst op een fiets 'zonder' remmen levert gespreksstof op genoeg om uren te kunnen praten!

Dat rijden zonder remmen gevaarlijk is hoeven ze mij niet te vertellen, het Keniase verkeer is zo chaotisch dat ik me er niet in zou wagen zonder eerst zeker te weten dat mijn remmen het doen. Koeien, vrachtauto's, geiten, fietstaxi's, handkarren, auto's. Alles loopt, rijdt, rent en verplaatst zich door elkaar zonder duidelijke aanwezigheid van verkeersregels.. een achtbaan is soms minder spannend.

Vandaag ga ik naar Ombeyi, een klein dorpje op ongeveer een uur afstand van Kisumu. De rit ernaar toe zal er ook een zijn om uren over te kunnen praten. De weg mat potholes, de koeien die erop lopen en de roekeloosheid van de chauffeurs vormen samen een combinatie waarvoroor toch wel enige moed nodig is om hem te gaan gebruiken. (Moed klinkt beter dan 'de naieve hoop dat ik wel zal overleven')
Ik ga een paar dagen in Ombeyi blijven om kinderen, vroedvrouwen en zwangere moeders les te gaan geven. En natuurlijk om te genieten van het dorp, waarin de tijd heeft stil gestaan.
Tot over een paar dagen!

maandag 7 juli 2008

Vreedzaam


Als ik een beeldwoordenboek moest maken zou ik deze foto plaatsen bij het woord 'vreedzaam'.

Avonturen in het oerwoud


Wowowow, ik houd zo van het leven hier!
En het ziet er naar uit dat ik de komende weken heel erg druk ben met de dingen de ik het allerliefste doe. Vrouwen les geven over vrouw zijn in al zijn aspecten.
Gisteren heb ik in een kerk mogen spreken en het was geweldig!
Een kerkje van modder en takken, midden in het oerwoud (Kakamega) omgeven door enorme bomen, lianen, tropische bloemen en bont-gekleurde vogels. Een publiek dat ademloos luisterde en met hun ogen de informatie haast uit me trokken.
Vertellen over de waarde van een mens, niet vanwege onze kleur of ons geslacht, maar gewoon omdat we gemaakt zijn naar het beeld van God is zo'n geweldige boodschap om te mogen delen! Veel vrouwen hebben echter een enorm probleem om zichzelf als vrouw te accepteren, simpelweg omdat mannen in deze cultuur veel meer aanzien hebben. Daarom heb ik verteld over het wonder van het vrouwelijk lichaam. Ik had posters gemaakt over de menstruatiecyclus en de zwangerschap en voor de meeste vrouwen, die toch bijna allemaal kinderen gebaard hebben, was dit iets heel nieuws.
Achteraf werd me verzekerd door de vrouwen dat ze er heel veel aan hadden gehad en dat ze deze informatie zeker aan hun dochters zouden vertellen zodat zij niet hoeven te leven in een onwetendheid over hun eigen lichaam.
Ik denk dat het heel belangrijk is dat vrouwen derglijke kennis hebben, als ze weten hoe hun menstruatiecyclus in elkaar zit hebben ze een machtig wapen in handen om een zwangerschap te voorkomen. Bovendien is het veel gemakkelijker om je vrouw zijn te accepteren als je begrijpt waarom je lichaam de dingen doet die het doet.

Op de foto zie je de kip die ik op het einde als bedankje kreeg, dat is nog eens iets anders dan een doos merci! Hij is nu nog wat mager maar de zoontjes van de directeur gaan goed voor hem zorgen de komende weken zodat we hem,als hij eenmaal wat vetter is, kunnen gebruiken als feestmaal...

vrijdag 4 juli 2008

Dromen

Hoopgevend gesprekje met een Vincent (12), een jongentje uit de gevangenis.

Ik:Wat wil je worden als je later groot bent?
Hij: Obama
Ik: Waarom Obama?
Hij: Omdat Obama de president van Amerika is
IK: Maar jij woont in Kenya..
Hij: Ja, misschien wil ik ook wel president van Kenya worden.
Ik: Zodat je een mooi huis, een grote auto en veel geld kan hebben?
Hij: Nee, dat doen alleen slechte presidenten. Ik wil dat Kenya een beter land wordt. ALs ik de president zou zijn mag iedereen gratis naar school, geef ik iedereen een huis met water en electriciteit en ga ik weeshuizen bouwen.
Ik: Ik hoop dat jij later president wordt, dat zal goed zijn voor de LUO-stam.
Hij: Niet alleen voor de Luo, er moet niet zo veel verschil zijn tussen de stammen, we moeten samenwerken! Weet je wat ik ook heb bedacht, ik ga een brug bouwen tussen Amerika en Kenya, zodat we gewoon met de auto naar Amerika kunnen. Dat is veel gemakkelijker, want vliegtuigen zijn duur.
Ik: Goed idee! Hoe ga je dat doen? Er is een grote oceaan tussen Kenya en Amerika.
Hij:..... Een Oceaan? Is dat zo?.... (even stil)...... Obama zal me wel helpen, ik denk dat hij wel graag op vakantie wil naar Kenya dus dan vind hij een brug vast ook een goed idee.

woensdag 2 juli 2008

Bloemetjesranden en oude bekenden

Ik ben terug in Kisumu na een hobbelige maar mooie busreis. Bij aankomst werd ik opgewacht door een enthousiast team van oude bekenden waardoor ik me enorm welkom voelde.
De vertrouwde plastic stoelen, de zo bekende houten tafel waaraan ik al met honderden verschillende mensen gezeten heb, de plastic borden met spuuglelijke oma-achtige bloemetjesranden.... Alles is zo eigen en voelt zo 'thuis'.
Vorig jaar heb ik de busreis niet gemaakt en daar had ik nog altijd spijt van. 8 uur lang in de bus zitten is dé manier om Kenia te zien, de dorpjes, de diversiteit in het landschap en de mensen.
Onderweg kom je door savanna-achtige gebieden met zebra's, apen en 'pumba's', maar ook door mistige heuvels met geheimzinnige dennenbossen. Je hebt prachtige uitzichten over de riftvallei en om de paar kilometer wordt de natuur afgewisselt door dorpjes met kleurrijke marktjes, vrolijke muziek en honderden mensen.
Sommige stukken van de weg zijn in de afgelopen twee jaar enorm verbeterd, het reed bijna als op een Europese snelweg. Andere stukken daarentegen hebben 'potholes' zo diep dat er een zwemwedstrijd in gehouden zou kunnen worden. Op deze stukken van de weg is het vooral vertrouwen op de rij-kwaliteiten van de chauffeur en hopen dat je niet ondersteboven in de berm beland zoals veel andere auto's die we onderweg tegenkwamen.

Op het moment is er in Kenia een enorm schandaal aan de gang over een hotel dat door de regering verkocht is en waarbij waarschijnlijk miljoenen shillings in corrupte handjes terecht gekomen zijn. Ik had in de bus een krant gekocht en de eerste 6 pagina's van deze krant schreven over dit schandaal. Een columnist schreef 'Kenya started the year on a very bad note. But when the big corruption scandals break, you know we are back to normal'.
Dit mag allemaal waar zijn maar voor mij werd de ernst van het geweld na de verkiezingen wel heel erg zichtbaar in de verbrande huizen die langs de weg stonden, de verwoestte winkels in het centrum van Kisumu. Maar meer nog in de vluchtelingenkampen. Rijen witte tenten met daartussen draadjes gespannen waarop kleren te drogen hingen. Kleren van mensen die tot december nog een familie, een baan, een thuis hadden. Maar die nu, maanden later, nog steeds niet terug kunnen, durven of willen. Duizenden mensen waarvan het leven voorgoed veranderd is...
Toen ik dat zag brak mijn hart en vroeg ik me even af of ontwikkelinsgwerk wel nut heeft. Kenia was zo goed bezig, veel landen in Afrika zijn goed bezig, en een slecht verlopen verkiezing en alles is om zeep.
Ach, ik weet dat het nut heeft als ik een glimlach zie op het gezicht van de kinderen die een kleurplaat kleuren, als ik een vroedvrouw aan de rest zie uitleggen wat ik net aan haar heb uitgelegd,als ik hoor dat een patiente die ontzettend ziek was nu weer voor zichzelf kan zorgen.
Ik doe mijn deel, ik doe mijn best, en God doet de rest.

dinsdag 1 juli 2008

Back home...

Na uren vliegen over een slapende wereld ben ik eindelijk veilig aangekomen in Nairobi.
Ik kan niet anders zeggen dan dat het heerlijk is om terug te zijn. De stinkende zwarte rook die uit alle auto's komt en die je overal ruikt, je handen wassen onder een kraan waar amper water uitkomt, honderden mensen die langs de weg zitten niets te doen.... Ik hou van Kenia!

Ik ben nu bij Edward Simiyu, een vriend waar ik ook een paar weken mee zal samenwerken in Nairobi. Ik heb zonet mijn busticket gekocht omdat ik morgen ga doorreizen naar Kisumu. 8 uur in de hobbelbus genieten van het geweldige landschap.
Nu zit ik, heel afrikaans, in een koffiehuis met een verse bagel, fruitsap en draadloos internet, precies wat jullie verwacht hadden he?!
Als jullie me willen bereiken, laten weten dat jullie me missen of juist helemaal niet missen en de wereld er een stuk beter op geworden is sinds ik weg ben kan dat op mijn mobiele telefoonnummer +254714031769.
Heel veel liefs, Anneke

‘Mind the gap’ en hoe ik kennis maakte met de Japanse cultuur.


Inderdaad… de Japanse cultuur. Twee keer zelfs. Ik had een lange overstap Londen en moest ondertussen van het ene vliegveld naar het andere reizen en dat vond ik een mooie gelegenheid om de stad eens te bekijken. Ik heb dus, op zijn Japans, in 5 uur Londen ‘gedaan’. Een dagkaart voor de metro gekocht, van de ene attracties naar de andere geracet, er een blik op geworpen en weer door naar de volgende hotspot. Ik snap niet wat de Japanners er aan vinden want op die manier kan je net zo goed thuis blijven en een reisgids lezen, dan zie je meer van de gebouwen.
Na St. Pauls en de Tower Bridge besloot ik dan ook dat ik misschien niet álles kan zien in een dag maar dat dat niet erg is omdat ik veel liever geniet van een beetje. Ik heb rustig langs de Thames gelopen en genoten van alle bijzondere bruggen, de metro genomen, gewoon omdat het zo leuk is om de metro te nemen en iedere keer weer in de lach te schieten van het ‘mind the gap’ en me verbaasd over de enorme hoeveelheid starbucks en starbucks-look-alikes die er in Londen zijn.
Harrods was een verhaal apart. Het rustig winkelen in een elitair aandoende omgeving, zoals een reisgids schreef heb ik niet mee kunnen maken. Het was de eerste dag van de opruiming en dat doet de ware aard van de vrouw naar boven komen. Vrouwen die er uitzien alsof ze er alles voor over hebben om als gemanierde, smaakvolle vrouw aangezien te worden storten zich met een achterbaks geweld op de tafels met ‘goedkope’ gucci en prada-tassen. Het maakt blijkbaar niet uit hoe veel geld je te besteden hebt, als er koopjes te halen zijn ontpoppen vrouwen zich tot ware jagers.
Mijn tweede Japanse ervaring bood zich aan in de vorm van een niet zo stabiele oudere dame. Ze stond voor mij op de roltrap in het vliegveld toen ze opeens van iets schrok en zich niet meer staande kon houden. Ze viel achterover tegen mij aan en ik probeerde haar en mezelf staande te houden door heel hard aan mijn koffer vast te houden. Voor mij werkte het want ik bleef staan maar mevrouw tuimelde over mijn koffer achterover op de nog steeds draaiende roltrap waardoor ook de mensen die achter haar stonden omvielen of spullen lieten vallen. Chaos alom dus. Ik kan me nu iets van de Babylonische spraakverwarring voorstellen, in alle talen werd geroepen dat de roltrap gestopt moest worden maar niemand deed wat omdat men ofwel druk bezig was met uitlachen, ofwel met de eigen spullen bij elkaar zoeken. Uiteindelijk stond iedereen weer, met koffers en al op de benen en maakten meneer en mevrouw de Japanner na een ‘solly, solly’ en een Japanse glimlach dat ze weg waren.
Heel slim van ze…. Want ik heel wat verwendingen aan hun adres gehoord achteraf.
Alsof het arme mensje er wat aan kon doen…

Nu ben ik, tegen mijn verwachting in nog steeds in Londen waardoor ik tijd heb om dit verhaal te schrijven. Mijn vliegtuig heeft twee uur vertraging en ik heb geen zin om de tax-free shops leeg te kopen. Ik heb toch al teveel bagage. Virgin Atlantic deed moeilijk, alleen de combinatie van mijn allerliefste glimlach, het argument dat de spullen die in mijn koffer zitten naar de arme kindertjes in Afrika gaat én het feit dat ik zelf niet de allerzwaarste ben maakte dat ik mijn bagage zonder bijbetalen mee mocht.. terwijl ik maar een kilo teveel had.

Nog even en mijn vliegtuig vertrekt, ik heb er zin aan!
Tot de volgende blog. Ik ga geen uitspraken doen over schrijffrequenties want ik weet dat ik dat toch niet waar ga maken.
Liefs Anneke

PS: voor de mensen die het graag willen weten, ik heb een heerlijk weekend in Karlsruhe gehad. Het was heel leuk om Hartmuts vrienden te leren kennen en we hebben genoten van elkaar. Misschien was het beter geweest als het niet zo leuk was geweest want dan was het afscheid waarschijnlijk iets gemakkelijker. Nu is het wel een heel zure appel waar ik met gemengde gevoelens doorheen bijt. De andere keren dat ik naar Kenia ging had ik er alleen maar heel veel zin aan en kon ik niet wachten om weg te gaan maar nu ligt dat een beetje anders. Ik heb er zin aan maar weet ook dat ik met mijn gedachten meer ergens anders zal zijn. Ik hoop dat dat niet teveel gaat afleiden van mijn werk en dat ik me deze keer, net als de andere keren voor de volle 100% kan geven aan de mensen die het zo nodig hebben.
PS2: Op de foto zie je Anneke-met-Buckingham-Palace... het bewijs dat ik er echt geweest ben

donderdag 5 juni 2008

Een negatief jubileum...



Een 25 jarig jubileum zorgt altijd voor grote feesten, lekker eten en blije mensen.
Ik heb vandaag een negatief jubileum, nog 25 dagen voor ik vertrek naar Kenia! Hoewel ik erg blij ben ga ik het niet vieren met een groot feest, lekker eten en een heleboel blije mensen. Ik heb het haast te druk om me te realiseren dat de 30e juni, de datum waarop ik ga vliegen, zo ontzettend snel dichtbij komt. Stage, verslagen, vrienden en mijn vriend (jaja) hebben allemaal de nodige aandacht nodig (en krijgen dat ook.. hoewel het een met wat meer enthousiasme van mijn kant dan het andere)
Maar ieder moment dat ik het me realiseer gaat er een kriebel van blijdschap door mijn buik. Ik loop op dit moment stage maar op kalme momenten (en af en toe ook op de ongepaste niet zo kalme momenten)betrap ik mezelf er regelmatig op dat ik met mijn gedachten al in Kenia ben. Dat ik bedenk wat ik daar allemaal kan doen, wie ik weer terug ga zien, welke bijbelverhalen ik in de gevangenis zal gaan vertellen en wat voor spullen ik nog mee kan nemen voor de kinderen daar.
Ik kan nu hele verhalen schrijven over mijn stage, hoe zielig de premature kindjes op de neonatologie afdeling wel niet zijn, hoe vreselijk saai het schrijven van verslagen wel niet is, hoe jammer ik het vind dat huisgenoten weg gaan en volgend jaar niet meer terug komen of hoe geweldig Hartmut is en hoe erg ik het vind dat hij véél te ver weg woont en dat ik hem straks 4 maand niet kan zien..
Maar ik weet niet of mensen zitten te wachten op nóg een blog met de zieleroerselen van een studente aangezien het internet daar al behoorlijk mee 'vervuild' lijkt te zijn.
Mocht je daar anders over denken, laat het dan maar weten, dan kan ik nog altijd overwegen om een blogje te schrijven over waar ik, naast mijn aftelbezigheden, mijn dagen mee vul.

PS:Voor de goede orde, dit is geen belediging aan het adres van mijn blogschrijvende vriendinnen.

zondag 13 januari 2008

Terug in Belgie...

Jaja.. ik ben terug in Belgie, maar dat hadden de oplettende lezers en de mensen die me kennen denk ik al opgemerkt.
Ik ben dan ook al bijna een half jaar thuis, dus op zich is dat ook geen reden om een bericht te posten.
Wat wél een goede reden is is het feit dat ik een nieuw ticket heb geboekt om komende zomer weer voor 10 weken naar Kenia te gaan. Ik vertrek op 30 juni, volgens de terugtelklok nog 169 dagen!
Wie helpt me aftellen?

Dit vind je misschien ook wel leuk...

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...