woensdag 7 december 2011

7 quick Takes...

Deze blog is speciaal voor Cleo, en alle andere lezers die het schandalig vinden dta ik al zo lang niets geschreven heb. (Ik vind het zelf ook schandalig hoor) Ik zal mijn vingers maar niet vermoeien met het typen van excuses waarom het zo lang heeft moeten duren enzo.. hoewel er genoeg waren.
Ik ben een beetje aan het nadeneken over bloghervormingen. Volgend jaar ga ik het denk ik anders aanpakken, met recepten enzo. Ik zal nog wel eens af en toe over het werk schrijven maar vaak is het ook gewoon hetzelfde. En misschien in het engels. Ik weet het nog niet.

  1. Nog een week, dan vliegen we naar Schiphol, om bijna een maand in Nederland/Duitsland/Belgie door te brengen. Ik kan niet wachten.
  2. De afgelopen week was erg goed voor de counseling. 5 moeders hebben besloten hun kindje niet te aborteren maar te houden, of af te staan voor adoptie. God dank daarvoor!
  3. Gisteren kwam ik per ongeluk in een rel terecht. Congelose betogers probeerden de franse ambasade te bestormen terwijl politie ze weg probeerde te houden. Wat mij het meest boos maakte was een moeder die een jong huilend meisje van een jaar of drie dwong een poster vast te houden met allerlei verwensingen aan het adres van president Zuma terwijl ze de buggy waar ze in zat richting de politieagenten en pers duwde. Moeders hebben het recht om te betogen, maar laat je kinderen er alstublieft buiten! http://westcapenews.com/?p=3435
  4. Het gaat goed met mijn onderzoek. Vandaag heb ik toestemming gekregen van de universiteit om data te verzamelen en binnenkort zal het onderzoeksvoorstel ook naar Oeganda gaan waar we een zuster onderzoek zullen opstarten.
  5. Vorige week heb ik met de meiden uit het vluchthuis kerstversieringen gemaakt van klei. Ontroerend om te zien hoe een moeder die haar kindje heeft afgestaan voor adoptie een plaatje maakte en daar 'mamma houdt van je' op schreef.
  6. Vanavond hebben we bij de kerk een 'bring and share' ik heb samoosa's gemaakt. Een gerecht dat hier heel populair is. Volgend jaar kan ik daar dan bijvoorbeel het recept van geven.
  7. Hartmut heeft volgende week zijn afstudeer ceremonie. Officieel met cape en al. Ik ben benieuwd. En dan is hij klaar om in Januari te beginnen met werken!

donderdag 27 oktober 2011

Leven voor een euro per dag...

Ergens in deze week – waarschijnlijk op 31 Oktober – zal de wereld zijn 7 miljardste inwoner verwelkomen. Waarschijnlijk is de datum symbolisch. Wie het zal zijn zullen we nooit weten, en misschien zijn we al lang over de 7 miljard inwoners heen. Maar de demografische plaatje dat dit getal symboliseert is schrikbarend echt. Vandaag de dag zijn er twee keer zo veel mensen op de aarde als in de jaren ’60, nog niet eens zo heel erg lang geleden.

Het nummer 7 miljard, verbergt een gecompliceerd demografisch plaatje. Het verbergt grote ongelijkheid, onrechtvaardigheid, oneerlijk verdeelde kansen. Elk jaar komen er 78 miljoen bij. Bijna al deze mensen (97%) worden geboren in ontwikkelingslanden. Bijna de helft van de wereldbevolking (48%) leeft in armoede en moet rondkomen voor minder dan 2 Dollar per dag.

De komende week daagt onze kerk ons uit om drie dagen te leven zoals het grootste deel van de wereldbevolking leeft. De uitdaging gaat er om dat we per persoon een euro per dag besteden mogen aan eten. En dan hebben we nog geluk, we hoeven niet de transportkosten er bij op te tellen die we nodig hebben om eten te kopen, en de elektriciteit die we gebruiken om te koken blijft ook buiten het budget.

Ik heb er zin in om de uitdaging aan te gaan, heb recepten opgezocht en hoop dat het ons zal helpen om te realiseren hoe moeilijk het is om zo te leven. Er is veel tijd en creativiteit nodig om iets afwisselends en voedzaams op tafel te zetten. Iets wat nou niet bepaald in overvloed aanwezig is als je hard moet werken om het hoofd boven water te houden. Hier is een link naar een blog die ik in opdracht van de kerk erover geschreven heb om mensen aan te moedigen er over na te denken.

De kans is groot dat wereldburger nummer 7 miljard met ons mee gaat doen in de uitdaging om te leven met minder dan een euro per dag. Het schrijnende is echter dat hij of zij dat onvrijwillig zal doen, en niet voor drie dagen maar levenslang….

vrijdag 14 oktober 2011

Geen nieuws, goed nieuws...

Sorry voor mijn wekenlange afwezigheid op de blog. Het voelde niet zo lang en voor ik het wist was er een maand voorbij. Sorry... Maar, geen nieuws, goed nieuws, toch? Het gaat goed met ons. Hartmut is terug uit de V.S. waar hij een goede tijd gehad heeft. Het spreekt voor zich dat ik hem enorm gemist heb en dat ik blij ben dat hij weer lekker thuis is.
  • Het voorjaar is begonnen en dat hebben we afgelopen dinsdag gevierd met een 'volle maan bergbeklimming'. Vandaar de foto. Voor de zon onder ging begonnen we met een groep vrienden aan de klim, om bovenop de berg te genieten van de schitterende kleuren van de zonsondergang en het mooie uitzicht over Kaapstad. De terugtocht is een beetje spannender,. De combinatie van stijle afgronden, rotsblokken en rollende kiezelstenen maakt dat je altijd goed moet opletten maar als de volle maan en een enkele zaklamp de enige lichtbronnen zijn moet je goed uitkijken!
  • Het gaat redelijk goed met Mary. Ze is terug aan het werk en is blij dat ze iets om handen heeft. We hebben een mooie herinneringsdienst gehouden die haar, maar ook alle anderen die betrokken waren, erg geholpen heeft.
  • Af en toe maken de namen van de mensen hier me aan het gniffelen.Hoop, genade, vrede en toekomst zijn doodnormale namen. Een aantal weken geleden had ik een client die 'Encyclopedia' heette. Ik vraag me af of haar ouders wisten wat een encyclopedie was of dat ze met het geven van deze naam de stille hoop koesterden dat hun dochter net zo veel raad zou kunnen geven als haar 'naamgenoot'. Vanmorgen werd ik aangehouden door een jongeman die me 'The Big Issue' (straatkrant) wilde verkopen. Ik had het exemplaar al van iemand ander gekocht maar hij vroeg meof ik hem niet wilde bieden wat zijn naam hem beloofde. Zijn ouders hadden hem de naam 'Progress' (vooruitgang) gegeven. Slimme verkooptruc.
Dat was het voor vandaag.. ik zal proberen snel een langere blog te schrijven.
Liefs Anneke

vrijdag 16 september 2011

Baby Jonathan...

Afgelopen maandag belde Mary me huilend op. De doktoren hadden de bevalling ingeleid en ze was helemaal allen. Gelukkig mocht ik van mijn baas weg bij mijn werk en kon ik haar bijstaan. Het was van het begin af aan duidelijk dat geen enkele dokter de intentie had om het leven van Mary's baby te redden. Alleen had niemand de moed om dat aan Mary te vertellen. Het was een lange, zware dag. Uiteindelijk is baby Jonathan kort na middernacht geboren. Een klein wondertje, met alles er op en er aan. Maar te klein, te kwetsbaar om te leven. Hij was al overleden tijdens het geweld van de weeen. Je kon zien dat hij geleden had en daarom mocht Mary haar kindje niet bewonderen. Dat zou te moeilijk zijn geweest. Gelukkig was de verloskundige wel zo lief om een mooie afdruk van de voetjes te maken. Met dit kaartje, een mutsje, wat sokjes en foto's van de zwangere buik gaan we samen een herinneringsdoos maken zodat Mary toch iets tastbaars heeft om vast te kunnen houden in moeilijke tijden. Het gaat naar omstandigheden redelijk goed met haar. Soms vraagt ze zich af of het niet beter geweest was als ze de abortus gedaan had. Nu lijkt het alsof dat minder moeilijk geweest was. Maar ik geloof vast en zeker dat Gods plan goed is. Nu hoeft Mary niet te leven met een schuldgevoel over de abortus, maar kan ze een getuigenis zijn van het feit dat God zorgt... soms op raadselachtige manieren...

vrijdag 9 september 2011

Waarom?

Deze week heb ik een behoorlijk zware week gehad met moeilijke ethische vraagstukken en frustratie met de gezondheidszorg hier. Kennen jullie Mary nog? Het meisje uit de nieuwsbrief dat de abortuspillen had uitgespuugd omdat ze voelde dat dit niet was wat God wilde? Ze woont nu al een aantal weken in het vluchthuis en ik heb haar leren kennen als een zacht en lief meisje met een grote passie voor mensen en kinderen. Langzaam maar zeker accepteerde ze het feit dat ze zwanger was en begon ze meer en meer uit te kijken naar de komst van haar baby. Ze is nu 22 weken zwanger en vertelde me twee weken geleden vol enthousiasme dat ze haar kindje voelde bewegen. Afgelopen Woensdag belde ze me om te vragen of het normaal was dat ze vocht voelde lekken tussen haar benen. Ze wist zeker dat het geen urine was. De schrik sloeg me om het hart toen ik me realiseerde dat haar vliezen gebroken waren en dat het vruchtwater was. De nonnen hebben niet zo veel ervaring met zwangerschap en zagen de ernst van de situatie niet in. Een half uur laten belde ze me weer om te zeggen dat niemand haar naar het ziekenhuis kon brengen. Gelukkig zaten wij nog in de auto en 5 minuten later raceten we met haar in de auto naar het ziekenhuis. Daar ging alles op zijn Afrikaans.... Tenenkrommend traag dus. Terwijl het water langs haar benen lekte moest ze op een stoeltje zitten wachten, tot de verpleegster uitgekletst waren. Toen ik ze vroeg of ze alsjeblieft wilden helpen werd ik afgesnauwd omdat ze het 'druk hadden'. Na drie kwartier mocht ze binnen komen, maar ik mocht niet mee. Pas na een half uur mocht ik, bij grote uitzondering binnen komen, om Mary te helpen met het maken van een beslissing. Aan het gezicht van de verpleegster was duidelijk te zien dat ze het een beetje overbodig vond. De te maken keuze was of ze de bevalling gelijk moesten inleiden zodat het kindje geboren zou worden, te kwetsbaar om te leven. Of om antibiotica te nemen om te proberen de de zwangerschap infectieloos te rekken tot 28 weken zodat het kindje als prematuur geboren kan worden. Zodra er symptomen van infectie zijn metd e bevalling echter ingeleidt worden. De dokters zeggen dat er 10% kans is dat de baby het haalt maar Mary is dapper en heeft er voor gekozen om voor het leven te vechten. Ze is erg verdrietig, maakt zichzelf allerlei verwijten en is in de war. Waarom laat God dit toe? Eerst stopt Hij haar zodat ze geen abortus doet en nu dit....

Gisteren heb ik haar weer opgezocht in het ziekenhuis. Alleen in de bezoekuren mogen er mensen komen, de rest van de dag ligt ze alleen in bed, geen hulp of psychologische begeleiding. Alleen met haar gedachten en gepieker. Elke verandering in haar lichaam geeft haar angst. Iedere keer als er een dokter de zaal binnen komt denkt ze dat hij haar slecht nieuws komt brengen. Vanmiddag ga ik weer naar haar toe met een grote stapel boeken en tijdschriften zodat ze haar gedachten wat kan verzetten....
Willen jullie voor haar bidden?

maandag 5 september 2011

Diepe wonden met opengekrabte korstjes…

De Zuid Afrikaanse geschiedenis van apartheid en onderdrukking is over de hele wereld bekend. Als extreem rechtse groeperingen in een land te veel aanhangers krijgen word vaak gefluisterd dat de geschiedenis zich niet moet herhalen en dat geen enkel land in de wereld eenzelfde soort rassenscheiding ooit zal mogen toestaan. En terecht, apartheid was verschrikkelijk. Het heeft diepe wonden achtergelaten in de Zuid Afrikaanse maatschappij. Wonden die nog moeten helen, wonden die een goede dokter nodig hebben. En vaak vraag ik me af of de huidige politieke leiders de beste dokters voor die wonden zijn. Vaak heb ik het gevoel dat ze, in plaats van het geven van de liefdevolle zorg die de wonden nodig hebben, de versgevormde korstjes met ruwe hand weer loskrabben. Om soms zelf een beetje viezigheid in de wonden te wrijven.

Nog nooit heb ik in een plaats gewoond waar ik me zo bewust was van mijn kleur. Nog nooit ben ik in een land geweest waar mensen zo duidelijk beoordeeld worden vanwege hun ras, en niet vanwege hun kwaliteiten of voorgeschiedenis. Vanwege Hartmuts naderende afstuderen ben ik tegenwoordig af en toe op banensites aan het kijken. Het probleem is niet dat er geen banen beschikbaar zijn maar dat ze niet voor iedereen ter beschikking zijn. Alle bedrijven, sportteams en politieke partijen hebben bepaalde quota waar ze aan moeten voldoen. Van elk ras moet een bepaald percentage vertegenwoordigd zijn. Daarom staat onder een advertentie voor aan baan vaak ‘Deze baan is slechts beschikbaar voor mensen die in aanmerking komen voor positieve discriminatie’ of, ‘Deze baan is slechts beschikbaar voor gekleurde vrouwen’. Positieve discriminatie lijkt de enige remedie die de politieke dokters hebben kunnen vinden voor de gapende wonden. Maar hoe positief is positieve discriminatie? De wet zegt dat de voorkeur voor een baan altijd uit moet gaan naar een persoon met kleur, hoewel er nooit sprake mag zijn van discriminatie. Ik vraag me af of dat niet een ‘contradictio in terminis’ is. Begrijp me niet verkeerd, apartheid was afschuwelijk en de mensen van kleur is veel onrecht aangedaan. Maar dat los je niet op door nu deze groep positief te discrimineren. Bovendien lijkt het er op dat door deze wetgeving een gekleurde elite ontstaan is die extreem rijk is. ‘Zwarte diamanten’ noemen ze zichzelf. Ze genieten van hun nieuwverworven status en trekken zich weinig meer aan van hun familieleden in de sloppenwijken. Behalve als het verkiezingstijd is, dan zijn alle mensen van kleur ineens hun broers en zussen, want je stemt op je familie. Maar als de rijke elite dan weer van politieke macht verzekerd is gaan de poorten weer dicht en maakt het ze weinig uit dat broer,-, of zuslief in de sloppenwijk niets te eten heeft.

Toen apartheid afgeschaft werd, werd gezegd dat het eerlijk zou worden. Maar nu is het ook niet eerlijk. Hoewel de meeste blanke Zuid Afrikanen nog altijd leven in relatieve rijkdom neemt de armoede onder hen toe. Tussen 1995 en 2005 is het aantal werkloze blanken verdubbeld. Tien procent van de blanken leeft onder de armoedegrens, naar schatting 430.000 arme blanken wonen in sloppenwijken, waarvoor ze de schuld leggen bij het regeringsbeleid. Ze zeggen terecht, dat ze een nog grotere achterstand hebben dan de arme gekleurde bevolking aangezien ze voor geen enkele baan in aanmerking komen waardoor ze langzaam nog verder afdalen in een negatieve spiraal. Er is geen enkele wet die ze beschermt, maar zeer weinig mensen die naar hen omkijken. En uiteraard stimuleert dat het ‘wij tegen hen’ gevoel. Blank tegen gekleurd, gekleurd tegen blank.

Zuid Afrikanen moeten leren om door kleur heen te kijken, maar in plaats van mensen ‘kleurenblind’ te maken lijkt het er op dat de regering mensen maar wat graag van hun kleur bewust wil maken. De nieuwe adoptiewet is daar een voorbeeld van. Deze staat geen cultuur- of rasoverschrijdende adopties toe. Volgens deze wet is het het beste voor een gekleurd groep om op te groeien in een gekleurd gezin en voor een blank kind om op te groeien in een blank gezin. En dat terwijl ik, in de tijd dat ik hier woon juist een steeds grotere acceptatie van adoptie van kinderen van een ander ras zag. Het was steeds minder een taboe om een kind van een andere kleur te hebben. Bruggen bouwen? Daar lijkt het niet op. Dat de meerderheid van de ter adoptie aangeboden kinderen gekleurd is, en de meerderheid van de potentiële adoptieouders blank is, is nog een heel ander verhaal. De regering kan maar beter beginnen met het bouwen van weeshuizen want dat zullen ze nodig hebben als deze wet niet snel afgeschaft zal worden.

Wil degene die weet hoe bruggen gebouwd moeten worden en hoe mensen kleurenblind gemaakt moeten worden opstaan? Zuid Afrika heeft je nodig!

woensdag 31 augustus 2011

4x4 door Kaapstad...

Je kunt je met deze foto waarschijnlijk wel voorstellen dat de kinderen (en de vrijwilligers) het naar hun zin hadden afgelopen Zaterdag :)

vrijdag 26 augustus 2011

Kleine beetjes nieuws...

Het lijkt er op dat ik tegenwoordig alleen maar tijd heb voor korte berichtjes… Maar beter een kort berichtje dan helemaal niets.

  • De conferentie in Durban was helemaal geweldig. Super om met zo veel mensen te praten, te bidden en te brainstormen over een gedeelde passie. 150 mensen van over heel Afrika die zich inzetten om mensen te helpen met een crisis zwangerschap. Ik heb onder andere gesproken met een Ugandese verloskundige, een Nigeriaans ex-fotomodel, een Zambiaanse dominee en een Amerikaanse psycholoog. Zo veel moeiende mensen met mooie verhalen. Het was fijn om te merken dat we niet alleen staan, dat we niet de enige zijn die deze strijd proberen te strijden
  • Vandaag had ik het voorrecht om te mogen spreken voor een groep oudere dames die elkaar maandelijks ontmoeten in een plaatselijke bibliotheek. De Duckstadse dameskrans van Kaapstad… Ze hadden me uitgenodigd om een soort van motivatiepraatje te houden over vrijwilligerswerk. Vorig jaar had ik er ook gesproken en het was goed om te weten dat ik het in ieder geval niet verpest had en dat ze me terug wilden zien… Achteraf kwamen veel dames naar me toe om te zeggen dat ze er zo van genoten hadden, nu maar hopen dat het ze ook echt aanzet om vrijwilligerswerk te gaan doen..
  • Over vrijwilligers… soms verwacht je dat een activiteit zo leuk is dat het vinden van vrijwilligers niet zo moeilijk zal zijn. Ik ben coördinator van een twee-maandelijkse activiteitendag voor jongeren uit een kerk in de sloppenwijk. Voor morgen hebben we een superactiviteit in samenwerking met een organisatie van mensen die een 4x4 auto bezitten. Zij nemen de jongeren mee voor een avontuurlijke trip met allerlei uitdagende activiteiten en als afsluiter een gezamenlijke braai. Superleuk natuurlijk…. Ik had dan ook verwacht dat er zo veel vrijwilligers zich zouden opgeven dat we ze weg zouden moeten sturen. Maar nu, met nog een halve dag te gaan hebben we nog steeds een tekort… hopen dat het opgelost wordt. Ik zal volgende week in ieder geval proberen om foto’s te plaatsen.
  • Morgen zijn we de hele dag weg met de jongeren en zondagmiddag hebben we zondagsschool. We zijn dus lekker druk dit weekend. Hopen dat Hartmut nog een gaatje vindt om aan zijn thesis te werken want die wil hij volgende week inleveren. Hij is nu druk aan het solliciteren en we vertrouwen er op dat het allemaal goed komt. Over 2,5 week gaat hij voor drie weken naar de Verenigde Staten. Een artikel dat hij geschreven heeft is uitgekozen om gepresenteerd te worden op een grote conferentie, ik ben erg trots op hem, want dit is natuurlijk een superkans!

Nou, dat was het voor nu, ik hoop snel meer te kunnen schrijven en wat foto’s online te zetten.

Groetjes Anneke

vrijdag 12 augustus 2011

Platteland...

De sticker die Hartmut op de foto op zijn kleren heeft heb ik gister uit het ziekenhuis meegenomen om deze blog te kunnen schrijven. Soms gebeuren hier dingen die in mijn ogen ontzettend denigrerend zijn maar waar men hier blijkbaar niets raars aan vind. In het ziekenhuis is zo’n fenomeen dat me altijd weer doet gniffelen. Grabouw is een plaats op ongeveer een uur rijden van Kaapstad. Er is daar een kleine kliniek, maar het dichtstbijzijnde ziekenhuis is in Kaapstad. De kliniek bewijst de mensen een dienst door elke ochtend een busje vol mensen naar het ziekenhuis te rijden en die ’s middags weer op te halen. Prima principe, zo maak je de gezondheidszorg een stuk bereikbaarder. Wat het een beetje lastig maakt is dat het ziekenhuis soms hele lange rijen heeft waardoor je soms de hele dacht wacht om aan het eind van de middag naar huis gestuurd te worden met de boodschap ‘kom morgen maar terug’. Dit is natuurlijk erg lastig voor de patiënten uit Grabouw en daarom hebben ze, in overleg met het ziekenhuis, een speciale status waardoor ze als eerste geholpen worden. Om er voor te zorgen dat dit voor iedereen duidelijk is moeten ze de hele dag met een sticker op hun kleren lopen zodat het voor iedereen duidelijk is waar ze vandaan komen, en ze kan behandelen volgens de bijbehorende vooroordelen…..

vrijdag 5 augustus 2011

Komkommernieuws..

Het is al een tijdje geleden dat ik geschreven heb, maar soms gaat het leven hier in Zuid Afrika echt maar gewoon zijn gangetje en heb ik vrij weinig nieuws te melden. Daarom gewoon een paar puntjes met komkommernieuws...
  • Een paar weken geleden was ik jarig. Een van de cadeautjes die ik van Hartmut gekregen had was een kookcursus 'Kaap-maleisische stijl'. Het was geweldig! Ik kan nu officieel een curry, roti's, samosa's en chili bites maken..... Hmm
  • Ik heb voor mijn werk de afgelopen weken een paar MOU's bezocht (kraamhuizen in de townships). Ze hebben allemaal even veel geld ter beschikking maar de ene zag er tip top uit, de verloskundigen hadden veel kennis en het leek er op dat ze goede zorg verleenden terwijl de andere een typisch Afrikaans zooitje was. Met vieze zalen en verloskundigen die er niet veel van leken te snappen. De enige conclusie die ik kan trekken, na een gesprek met de hoofden is, wat een groot verschil een goede leidingevende kan maken.
  • Gisteren was het weer tijd voor de maandelijkse gebedswandeling in de gevangenis. De winterregen is eindelijk gekomen en maakte dat we niet konden wandelen. In plaats daarvan lieten ze een paar filpjes zien van activiteiten die de organiserende NGO doet. Indrukwekkend om te zien hoe ze bemiddelen tussen gevangenen en hun familieleden om er voor te zorgen dat ze, als ze eenmaal vrij zijn, weer opgenomen worden in de familie.
  • De foto heb ik afgelopen zaterdag gemaakt. Hartmut speelt in het voetbalteam van UCT en het is absoluut geen straf om bij een wedstrijd te komen kijken. Lekker in het zonnetje, mooi uitzicht op de tafelberg, boekje mee voor de saaie momenten... Ik vermaak me wel. Hartmut is bijna klaar met zijn thesis. Nog een paar weken hard werken en hij hoopt hem in te kunnen leveren. Nu is hij druk bezig met het zoeken naar een baan.
  • Ik kan me niet voorstellen dat het al weer vrijdag is, de weken vliegen voorbij. Over twee weken ga ik naar Durban voor een conferentie voor begeleiders van crisiszwangerschappen. Interessant!
  • Dit weekend staat er ook weer veel op het programma, vanavond vrienden helpen met verhuizen, vrienden die komen eten, zondagschool... gezellig druk!
Dat was het weer, ik hoop dat jullie ook een fijn weekend zullen hebben!
Liefs Anneke

woensdag 20 juli 2011

Hapje mensenvlees?

Mijn hoofd is nog steeds half in Madagscar dus even een paar grappige feitjes...

  • · Het is de Fransen niet gelukt om tijdens de kolonisatie ziekenhuizen, scholen en een goede infrastructuur te ontwikkelen. Iets waarop ze wel heel duidelijk hun stempel hebben kunnen zetten is de gastronomie. Op elke hoek van de straat wordt stokbrood verkocht en overal zijn kleine restaurantjes met kikkerbilletjes en escargots op het menu.
  • · De mensen in Madagascar zijn erg beleefd, fijn natuurlijk, maar het heeft ook nadelen. Zo kan het zijn dat iemand een uur voor de deur staat te wachten om binnen te komen. De beleefdheid staat iemand niet toe om door aan te kloppen en iemands persoonlijke sfeer te verbreken. Niet kloppen maar wachten tot men je opmerkt is de boodschap…
  • · Diezelfde beleefdheidsregels maken het heel moeilijk om iemand slecht nieuws te vertellen. Dokters blijven daarom vaak tegen beter weten in, beweren dat iemand nog wel beter wordt. Gewoon omdat ze niet mogen vertellen dat iemand op sterven ligt…
  • · In Madagascar mag je nooit groter zijn dan je vader, in elke zin van het woord. Niet langer, geen beter onderwijs, geen groter huis.. Er zijn dus heel wat volwassen mannen die krom lopen, omdat ze anders langer dan hun vader zijn. De enige manier om dit op te lossen is om met je vader in onderhandeling te gaan, als je geluk hebt is hij tevreden met een paar koeien, als je pech hebt moet je wachten tot hij sterft voor je rechtop mag lopen.
  • · Besnijdenisrituelen zijn nooit de prettigste verhalen maar de traditie in Madagascar staat qua luguberheidsgehalte op eenzame hoogte. Een jongentje wordt besneden als hij een jaar of 3 is, om te bewijzen dat hij geaccepteerd is in de familie wordt de vers afgesneden voorhuid in een banaan gestopt en door de grootvader opgegeten. Lekker, hapje mensenvlees…

vrijdag 15 juli 2011

Madagascar, niet in een hokje te stoppen....

Een paar dagen na mijn thuiskomst vanuit Madagaskar zijn mijn hersenen nog altijd in de war. Ze proberen nog altijd om Madagaskar in een woord te vangen, om een passende beschrijving te vinden. Maar ze hebben het moeilijk. De kleurrijke riksja’s, de Indonesisch en Chinees uitziende mensen en de eindeloze rijstvelden deden me geloven dat ik in Azië was. Terwijl Madagaskar op andere momenten onmiskenbaar Afrika is. De stoffige zandwegen, de rode aarde, marktjes met bananen en papaja en donker gekleurde mensen met afro-haar. Heel af en toe waande ik me, door de ouderwetse renaultjes die overal als taxi rondrijden en door het verse stokbrood dat op elke straathoek verkocht wordt, zelfs in Frankrijk.

Ik denk dat ik dit enorme eiland gewoon in zijn waarde moet laten en accepteren dat de boeiende mix van volkeren, culturen en landschappen niet in een hokje te stoppen is. Madagaskar is een uniek land, dat onder invloed van vele landen en volken een eigen identiteit ontwikkeld heeft, onvergelijkbaar met enig ander land in de wereld.

De hoofdstad Antananarivo, is een stad als geen ander. Haar hoge, smalle huisjes, gemaakt van lokaal geproduceerde bakstenen en vaak geverfd in felle kleuren, zijn gebouwd op 12 steile heuvels. Smalle natuurstenen straatjes, eindeloos steile trappen en talloze steegjes vormen samen een doolhof waarin het een feest is om te verdwalen. ‘Tana’ is haast een prentenboek waarin houten balkonnetjes, mooie luiken, uitbundig bloeiende bloemen en kleurrijke mensen de hoofdrol spelen. Elke hoek die je om gaat herbergt een nieuwe verassing en bovenaan iedere trap is een betoverend uitzicht. Het grootste deel van de tijd hebben we doorgebracht in Mahajanga, een havenstadje aan de Indische oceaan. Een brede promenade om over te paraderen, uitgestrekte stranden met palmbomen waar slimme verkopers je verse kokosmelk verkopen, grote koloniale huizen en overal fruitmarkten. Een ideale vakantiebestemming.

De keerzijde van dit verhaal is dat dit betoverend mooie eiland een van de armste landen ter wereld is. En dat is overal te merken. Voor een van onze hotels was iedere dag een meisje van een jaar of vier dat in een groezelig jurkje, met haar babyzusje in haar armen, om geld bedelde. Haar duidelijk nog jonge moeder stond haar op een afstandje aan te moedigen. Waarschijnlijk zou zal ze nooit naar school gaan, het enige wat ze geleerd had was om met een pruillipje haar hand op te houden in de hoop dat iemand haar wat zou geven. En ze was een van de velen. In een van de sloppenwijken bezochten we een kerk, die onze kerk had helpen bouwen. Overal hing de penetrante geur van het open riool en het was schokkend om te zien hoe jonge kinderen in het rioolwater aan het spelen waren, tot hun knietjes in de uitwerpselen van anderen. We bezochten vele klinieken en ziekenhuisjes en de kwaliteit daarvan was om te huilen. Vies, zonder elektriciteit of stromend water en onderbemand. Een van de momenten die ik nooit zal vergeten was toen ik een van de verloskundigen vroeg of ik de verloskamer mocht zien. Ze ging de sleutel zoeken en kwam een half uur later terug met de mededeling dat ze hem niet kon vinden. Ik vroeg haar wat ze zou doen als ik nu weeën had en op het punt stond om te bevallen. Laconiek deelde ze me mee dat ik dan maar op de stoep moest bevallen, dat gebeurde zo vaak.

Het doel van onze reis was om Madagaskar als land te leren kennen en om te kijken hoe onze kerk in de toekomst (medische) teams kan sturen om gericht hulp te verlenen. De nood was overweldigend, overal hadden mensen hulp nodig, maar het leek ook veelbelovend. We hebben een handvol prachtige mensen ontmoet. Mensen die met weinig veel proberen te doen. Mensen die niet hun hand ophielden en ons als wandelende goudmijn zagen maar mensen die vol trots hun kliniek, school of bedrijfje lieten zien. En dat zijn de mensen waarmee we willen samenwerken, mensen die geen problemen maar uitdagingen zien. Mensen die niet bij de pakken neer zijn gaan zitten maar die zelf al begonnen zijn en gewoon een duwtje in de rug nodig hebben. Onze hoop is dat we een team van ergo,- en fysiotherapeuten kunnen sturen naar een school voor lichamelijk gehandicapte kinderen. Om de onderwijzers en verzorgers te trainen in goede behandelmethoden. We willen de directeur van een ziekenhuis helpen bij het opzetten van een mobiele kliniek, waarmee hij moeilijk bereikbare dorpjes op marktdagen kan bezoeken om patiënten, die anders geen medische hulp zouden kunnen krijgen te kunnen behandelen. We willen diezelfde directeur ook helpen met het verbeteren van de infrastructuur in zijn eigen ziekenhuis zodat er een betere hygiëne en efficiëntie zal zijn. We willen een organisatie die traditionele vroedrouwen traint helpen om de training te verbeteren. En als laatste willen we een organisatie die verpleegkundigen en verloskundigen uitzend naar vissersdorpen aan de kust die alleen per boot bereikbaar zijn, helpen met goede training en protocollen om de zorg te verbeteren.

Genoeg plannen dus, de uitdaging is nu om dit concreet te maken en om andere mensen net zo enthousiast te maken als wij zodat we als kerk binnen afzienbare tijd terug kunnen gaan om de plannen in uitvoering te brengen. Madagascar is mijn hart binnengeslopen en ik kan alleen maar zeggen Madagascar, misaotra dia misaotra, mandra pihaona! (Madagaskar, heel erg bedankt en tot ziens!)

vrijdag 1 juli 2011

Concentratieproblemen...

Met ons gaat het goed, ik zit met mijn hoofd een beetje in drie werelden. Nog een beetje aan het nagenieten van Nederland, hier in Kaapstad omdat ik hier nu eenmaal ben en deze week gewoon gewerkt heb en eigenlijk ook al een beetje in Madagaskar waar ik vannacht heen vlieg…

We hebben een geweldige tijd in Nederland gehad, leuk om vrienden en familie weer te zien. Leuk om even lekker nederlands te zijn, op de fiets door amsterdam, stroopwafels kopen bij de Albert Heijn en genieten van (en ook erg verward zijn door) het feit dat het tot 11 uur 's avonds licht is.

Ik was van plan om een leuke lange blog te schrijven met allemaal leuke nieuwtjes maar ik kan me gewoon niet concentreren. Mijn hoofd denkt aan alles tegelijk en ik voel me een beetje hyper.

Dus, ik beloof jullie, als ik terug ben van Madagaskar hebben jullie een lange blog met mooie foto’s van me tegoed.

Liefs Anneke

maandag 20 juni 2011

Onverwachts bezoek...

De hele familie bij elkaar, een zeldzaam momentje.... Mijn ouders waren afgelopen week 25 jaar getrouwd en hadden daarvoor een feestje georganiseerd. Leuk natuurlijk, maar ze vonden het heel erg dat wij er niet bij konden zijn. De ochtend voor het feestje had ik ze nog aan de telefoon en mijn moeder vertelde nog hoe erg ze het vond maar dat er ' toch niets aan te doen was'. Wat zij niet wist was dat wij de dag ervoor al van het vliegveld gehaald waren door mijn oom en tante die ons met alles geholpen hadden... De verassing was dan ook groot toen wij ineens de deur binnen kwamen. Heerlijk om samen dit mooie feest te kunnen vieren en om tijd door te brengen met mijn ouders en broers en zus!
Oom Henk en tante Annie, bedankt!

woensdag 15 juni 2011

Nog lang en gelukkig?

Ik denk dat velen verwachtten, of in ieder geval hoopten, dat deze blog zou gaan over hoe het kindje van D. geboren zou worden en welkom zou zijn. Dat haar vriendje er bij was en dat hij probeerde een goede vader zou zijn. Dat de familie het kindje accepteerde en misschien zelfs dat iemand een grote donatie gedaan had zodat er genoeg geld zou zijn voor kleertjes, luiers en andere baby benodigdheden. Dat we een traantje weg konden pinken als het ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ geklonken had.

Maar dat schrijven zou de waarheid geen eer aan doen. Helaas niet. D. is terug naar huis gegaan, waar ze het liefste heen wilde. De laatste keer dat ik haar aan de telefoon had was ze op een feestje, ze klonk aangeschoten en zei dat ze gelukkig was. Waarschijnlijk zal haar kindje geboren worden en dezelfde omstandigheden als waarin zij zelf geboren is, zonder vader, met een moeder die nog niet klaar is voor het moederschap. Zoals zoveel van de Zuid Afrikaanse kinderen. Waarschijnlijk zal ze na de bevalling niet meer terug gaan naar school, ze zal voor haar kindje zorgen en over een jaar of twee zal nummer twee op komst zijn. Zoals bij zo veel Zuid Afrikaanse tienermeisjes.

Hebben wij als hulpverleners gefaald? Hadden we haar in Kaapstad moeten houden om er voor te zorgen dat ze haar zwangerschap zonder al te veel problemen doorkwam? Hadden we nog langer met haar moeten vechten, zodat ze uiteindelijk op zou geven en zich schikken in haar lot?

Ik heb D. leren kennen als een bang meisje, dat, hoewel ze wist dat ze zwanger was, het altijd probeerde te ontkennen. Ze wilde er niet mee geconfronteerd worden. Op een dag liep ik met haar door een druk centrum. Uiteraard kwamen we een paar zwangere vrouwen tegen en ik zag dat haar ogen de dikke buiken volgde. Ik vroeg telkens waar ze naar keek, en telkens zei ze dat ze nergens naar keek. Maar haar ogen werden groter en haar gezicht werd als maar banger. Tot ze vroeg ‘ ik krijg toch niet zo’n grote buik?’. Ze dacht nog altijd dat het haar niet zou overkomen, dat hoewel ze zwanger was het niet zó erg zou zijn dat mensen het zouden kunnen zien. Ze voelde zich gevangen in het vluchthuis. Wilde niet geholpen worden want ze vond niet dat ze een probleem had. Kun je zulke meisjes helpen? Moet je zulke meisjes helpen? Kun je zulke meisjes uit hun vertrouwde wereld halen omdat jij denkt dat het beter is?

In onze ogen kwam ze uit een enorm arm gezin, zonder genoeg eten, zonder kansen. Maar dat was waar ze gelukkig was, waar ze uiteindelijk ook terug mocht komen. Oom is bijgedraaid, tante heeft aangeboden om D. te helpen. Is het dan aan ons om te zeggen dat ze beter in Kaapstad kan blijven?

Ik zou willen dat elk verhaal een succesverhaal was. Maar een van de belangrijkste dingen die ik geleerd heb in dit werk is dat er een groot verschil is tussen mijn doelen en mijn verlangens. Het kan niet mijn doel zijn om alle meiden te helpen. De meiden hebben daarin zelf namelijk ook een rol, als ze niet geholpen worden is het afgelopen, heb ik niets meer te doen. Als het mijn doel zou zijn zou ik iedere keer het gevoel hebben dat ik gefaald had. Mijn doel is om de meiden een veilige plek aan te bieden, klaar voor ze te staan en ze een hand geven als ze dat nodig hebben. Mijn verlangen is dat ze die hand aanpakken om de weg te lopen naar een zonniger toekomst. Maar alleen als ze er zelf klaar voor zijn….

zondag 12 juni 2011

Heel veel nieuws....

Yay, ik heb mijn visum! Eindelijk, ik ben weer legaal en hoef niet meer bang te zijn om bij een grens tegengehouden te worden.
Lees hierover, en over een heleboel andere goede, leuke, nieuwe en soms verdrietige dingen in mijn nieuwsbrief.
Heel veel liefs, Anneke

dinsdag 7 juni 2011

Een bootje op de zee....

Deel 8 van het verhaal over D. Volgende week de afsluiter...

‘Ik voel me ziek hier, ik zit de hele dag alleen, en ze zorgen niet goed voor mij.’ Dat laatste was niet helemaal waar, de nonnen deden echt wel hun best maar dat kon ze nu maar beter niet tegen Nana zeggen. Ze probeerde haar op alle mogelijke manieren duidelijk te maken dat ze met haar mee terug naar huis wilde. Nana had de urenlange reis vanuit hun eigen dorpje naar de Kaap gemaakt om te kijken hoe het met haar ging want de non had aan haar aan de telefoon verteld dat het niet zo goed ging. Ze vond zelf dat dat nogal zacht uitgedrukt was. Als ze hier nog een dag langer moest blijven zouden de nonnen en de andere meiden haar achterkant te zien krijgen, en ze vermoedde dat ze met die kant liever geen kennis wilden maken. Maar Nana leek niet overtuigd. D. zag aan haar gezicht dat ze het niet zag zitten om haar weer mee naar huis te nemen. Niet nadat ze in het dorp de roddelvuur over de zwangerschap van haar nichtje gedoofd had door te zeggen dat ze hun nichtje naar kostschool gestuurd hadden omdat dat beter was voor haar toekomst. Niet nadat haar man haar duidelijk gemaakt had dat ‘dat kleine hoertje’ zijn huis niet meer binnen zou komen. Nana zag ook wel dat haar nichtje niet gelukkig was. Maar zou ze thuis wel gelukkig zijn? In het kleine dorp waar de meeste mensen hun dagen doorbrachten met roddelen en drinken? Het dorp waar de priester heer en meester was en waar ze niet meer welkom was in de bijbelklas? Ze besloot haar laatste troef te spelen en vertelde dat Andre, de vader van de baby, in de gevangenis zat. De politie had lucht gekregen van de zwangerschap en hem in de gevangenis gezet. Nana vermoedde dat de zwangerschap niet de enige reden was, er was geen man in het dorp die niet schuldig was aan het illegaal brouwen van bier en het uitzetten van strikken om wild te vangen. De politie zette de mannen maar wat graag voor een paar weken achter slot en grendel om de dorpelingen duidelijk te maken dat, hoewel het vaak anders leek, zij nog altijd de baas waren. Nana had gehoopt dat dit nieuws haar nichtje zou ontmoedigen om terug te gaan, maar het tegendeel bewees zich. D. werd furieus en schreeuwde dat het geen verkrachting geweest was, dat de politie veel te snel actie ondernomen had en dat ze op zijn minst haar hadden moeten vragen wat het verhaal was. Ze wilde nu nog liever terug naar huis om te zorgen dat Andre weer vrij zou komen zodat ze samen een gezin kunnen beginnen. Zijn reactie op haar zwangerschap had ze, na er veel over na te denken, afgedaan als een vergissing van zijn kant. Hij had er vast ook spijt van en wachtte waarschijnlijk met pijn in zijn hart op haar terugkeer , op de hereniging met zijn prinses. ..

Ze had nog heel tranen moeten huilen en heel wat halve waarheden moeten vertellen voordat Nana overtuigd geweest was. Maar ze had het dan toch voor elkaar gekregen. Een paar dagen later zat ze samen met Nana in de bus op weg naar huis. Het had haar niet veel tijd gekost om haar tas in te pakken, ze had hem nooit helemaal uitgepakt. Ze merkte dat Nana zenuwachtig was, maar dat was ze zelf ook. Hoewel ze niets liever wilde dan naar huis gaan had ze een beetje pijn in haar buik. Ze wist niet goed wat haar te wachten zou staan. Nu was haar zwangerschap nog niet goed te zien, en bovendien kwam de winter er aan waardoor het gemakkelijk zou zijn om haar langzaam groeiende buik te verbergen. Maar daarna? Als het kindje er zou zijn, hoe moest ze er voor zorgen? Wat zouden de mensen zeggen. Iedereen in het dorp zou over haar praten. Angst overviel haar, misschien had ze toch in Kaapstad moeten blijven. In de miljoenenstad waar niemand haar kende. Waar niemand opmerkingen over haar zwangerschap maakte.

Het voelde alsof ze een klein bootje op de grote oceaan was. De wind en de golven duwden haar voort, iedere keer in een andere richting. Het maakte niet uit hoe lang het duurde, hoe ver ze voer, het land leek niet in zicht te komen. Het leven overkwam haar, en ze was de controle over het stuurwiel al lang geleden verloren…

maandag 30 mei 2011

Wie is Justin Bieber...?

Deel 7 van het verhaal over D. Het begint langer te worden dan ik zelf verwacht had.

Er zou een nieuw meisje komen, een vriendin voor haar. Een meisje dat maar een jaartje ouder was en dat bovendien Afrikaans sprak. Haar naam was Tamryn. Ze was net zo lang zwanger als haar en zou dus net zo lang blijven. Toen de zuster dit vertelde had haar hart een sprongetje gemaakt. Als er een ander meisje zou komen om mee te spelen zou het misschien nog wel meevallen. Voor het eerst sinds haar verblijf in de Kaap had ze een hele dag niet gehuild. Ze had haar kamer netjes opgeruimd en het bed tegenover het hare, dat tot nou toe altijd leeg geweest was mooi opgemaakt. Ze had de grootste knuffelbeer die ze kon vinden op het kussen gelegd en een klein welkomstbriefje geschreven. Ze had haast niet kunnen eten van opwinding. De andere meiden moesten om haar lachen maar het kon haar niets schelen.

De deur ging open en uit het schemer van de gang kwam een meisje met veel make-up op, ze leek ouder dan ze zou moeten zijn. Ze had een strak kort truitje en een heel kort rokje aan. Ze keek brutaal om zich heen en ging zonder zich voor te stellen op de bank zitten. ‘Zo’ zei ze, ‘jullie zijn dus de andere meiden die net zo stom waren als ik.’ De andere meiden begonnen te lachen en stelden zich aan Tamryn voor. Ze drukte zich tegen de bank aan en probeerde zichzelf onzichtbaar te maken. Dit meisje leek veel ouder en meer ervaren dan haar. Ze voelde zich onzeker maar toch stak ze haar hand uit. ‘Ik ben D….’. Het meisje begon te lachen, ‘ jij bent dus dat kind dat zwanger was, de non zei het al. Je bent net zo lang zwanger als ik, of niet? Zeg, wanneer heb jij seks gehad, was het nog dit jaar of vorig jaar? Bij mij was het met oud en nieuw. ‘ Ze voelde dat ze begon te blozen, ze wilde die vraag niet beantwoorden. Maar het nieuwe meisje bleef erover doorzeuren. ‘Zeg het dan? Het was toch lekker of niet? Of heb je het veel vaker gedaan? Dan had je natuurlijk kunnen weten dat je zwanger zou worden.’ Ze klemde haar kaken op elkaar. Alle hoop op een nieuwe vriendin was met die vraag de grond in geboord. Dit was een meisje was de straat, het soort meisje waar Nana haar altijd voor waarschuwde. Dit meisje zou een slechte invloed op haar hebben. Ze was al zwanger, dus veel slechter kon het niet worden, maar ze dacht toch dat het beter was om bij het Tamryn uit de buurt te blijven. Een van de nonnen kwam binnen en vroeg haar of ze het nieuwe meisje de weg naar haar kamer wilde wijzen. Eigenlijk wilde ze niet maar ze voelde dat ze geen keuze had. Schaapachtig gebaarde ze dat Tamryn mee moest komen. Toen ze in de kamer kwamen griste ze snel het welkomstbriefje weg. Ze wilde niet kinderachtig lijken met haar getekende hartjes en bloemetjes. Tamryn begon te lachen toen ze de grote beer zag. ‘ Dat hebben die nonnen daar zeker neergezet, alsof ik een kind ben. Ze konden beter een mooie poster van Justin Bieber voor me ophangen. Wat moet ik nu met een beer.’ Ze had geen flauw idee wie Justin Bieber was maar het leek haar maar beter om te knikken om niet te laten merken dat zij die beer daar had neergezet.

’s Avonds in bed kon ze niet slapen, ze draaide en staarde naar het plafon. Ze keek naar Jezus in het schilderij tegenover haar bed en bad dat hij haar vannacht zou komen halen. Naar huis gaan mocht ze niet meer, en bij de nonnen blijven, die wel voor haar wilde zorgen, wilde ze niet. Ze was bang voor de toekomst en het leek haar beter als er voor haar geen toekomst meer zou zijn. Dan was voor iedereen een probleem uit de weg geholpen. Wat ze niet wist was dat de non die de leiding had over het huis die nacht ook niet kon slapen. Ze lag te piekeren en vroeg zich af of ze er goed aan deden D. in Kaapstad te houden. Ze had zo gehoopt dat Tamryn een vriendin zou kunnen zijn voor D, maar ze had gelijk gezien dat de meisjes te verschillend waren. Ze besloot om de volgende dag Nana te bellen om met haar te overleggen wat het beste was en viel in slaap….

PS: de titel is uiteraard om te testen of het gebruik van dergelijke populaire termen zorgt voor een nieuw lezerspubliek...;-)

dinsdag 24 mei 2011

In de Kaap...

Ik hoor dat veel mensen in spanning wachten op het volgende deel.... Dus vandaag deel 6 van het verhaal over D.

Af en toe kwam de non binnen, ze kon zien dat ze haar best deed om opgewekt te zijn. Maar haar blik leek geërgerd en naarmate de dag vorderde werd haar geduld minder. Ze kon niet stoppen. Ze had het niet in zich om zichzelf op te rapen en om iets te doen. Haar hoofd bonkte van de hoofdpijn, haar ogen waren rood en gezwollen en haar neus was geïrriteerd en jeukte. Haar stem was schorgeschreeuwd. Ze lag languit op de grond en huilde. Ze stampte met haar voeten en sloeg haar handen tegen de vloer. Ze wilde niet met de non mee boodschappen doen, ze wilde niet op het zoontje van een van de andere meiden passen, ze wilde niet naar de prenatale les gaan vanavond, en horen over hoe pijnlijk de bevalling zou zijn. Ze wilde niet zwanger zijn, ze wilde terug naar huis en spelen met de andere kinderen, ze wilde dat het weer gewoon zo als vroeger was.

Ze had gedacht dat alles beter zou zijn in de Kaap. Ze was opgewonden geweest toen ze hier kwam. De rit was lang en de zon was heet geweest. Ze had heel vroeg moeten opstaan en ze waren vertokken toen het nog donker was. Het busje zat vol met nonnen en heel veel bagage. Ze waren vaak gestopt in verschillende dorpjes waar nonnen werden afgeladen en anderen in het busje kwamen. Ze had bergen gezien, begroeit met bomen en struiken met mooie bloemen. Eindeloze velden met sinaasappelbomen. Ze kwamen door kleine dorpjes, niet veel meer dan een kerktoren met een paar huizen er om heen, die haar deden denken aan thuis. Ze mistte het, door de straat lopen en iedereen bij naam kennen. Maar ze zou vast snel vrienden maken in de Kaap.

De Kaap was mooi. De Tafelberg had haar hart sneller laten kloppen. Ze had de zee voor het eerst gezien en de chauffeur had gezegd dat ze vast snel een keer zou gaan zwemmen. Ze had nog nooit zo veel auto’s en zo veel mensen bij elkaar gezien. Ze vroeg zich af waar al die mensen woonden en wat ze allemaal deden. Haar vraag werd snel beantwoordt toen ze de stad binnen reden, eindeloze rijen met kantoren en winkels werden afgewisseld door blokken met appartementen en grote vrijstaande huizen. De chauffeur stopte bij een mooi groot huis met een schommel in de tuin. Dat was goed nieuws, dat betekende vast dat er meer kinderen waren. Toen de chauffeur toeterde kwamen er drie nonnen naar buiten gerend om haar te begroeten, ze hadden Afrikaans gepraat en ze was blij geweest, dat kon ze tenminste verstaan.

Maar vanaf dat moment was alles alleen maar bergafwaarts gegaan. De nonnen hadden haar voorgesteld aan de andere meisjes, die allemaal geen Afrikaans konden en bovendien een heel stuk ouder waren. Overdag waren ze aan het werk en ’s avonds zaten ze op de bank te praten. Ze kon ze niet verstaan en in het begin kon het haar niet zo veel schelen, wat had ze nou gemeen met die meisjes? De eerste dagen had ze het nog leuk gevonden om voor het kindje van een van de meiden te zorgen als de moeder aan het werk was. Maar nadat ze zich realiseerde dat ze zelf zwanger was en over een paar maand net zo’n baby zou hebben kreeg ze steeds meer een afkeer van het jochie. Vooral als hij huilde werd ze bang. Ze voelde zich dan driftig worden en rende snel naar haar kamer om het gekrijs maar niet te horen. Steeds vaker trok ze zich terug, dacht ze aan thuis. Steeds vaker brandden de tranen achter haar ogen. Ze wilde niet meer eten. Zat soms hele dagen op de schommel, een beetje voor zich uit te kijken. De zusters probeerden haar op te vrolijken en betrokken haar in alles wat ze deden. Ze probeerden activiteiten voor haar te organiseren, iemand kwam om haar engelse les te geven, een van de zusters leerde haar haken en de andere wilde koekjes met haar bakken. Maar het kon haar allemaal niets schelen. Het enige dat ze wilde was terug naar huis gaan….

vrijdag 20 mei 2011

Creatief campagne voeren...

Ik had geschreven dat dit geen politieke blog zou zijn, maar er moeten toch enkele dingen vermeld worden aangezien Afrikaanse democratie een beetje anders werkt als wat ik gewend ben, en ik me afvraag of het altijd wel echt een democratie is. En omdat sommige dingen die hier gebeuren gewoon een beetje lachwekkend zijn, als het niet echt waar was.
De ANC is de grootste partij hier in het land. Het is de partij van president Zuma, maar ook de partij van Nelson Mandela. En daar maken ze nu gruwelijk misbruik van. Voor de gemeenteraadsverkiezingen heeft Zuma de mensen op het hart gedrukt dat Mandela zou komen te overlijden als ze niet voor de ANC zouden stemmen, en uiteraard wil niemand schuldig zijn aan de dood van Mandela. Veel mensen zeggen ook dat ze nu nog op de ANC stemmen, uit eerbetoon voor hem, maar dat ze, zodra hij overleden is dat niet meer zullen doen want eigenlijk maakt de ANC er een potje van. Verder heeft Zuma de mensen meegedeeld dat de voorvaderen, die hier enorm belangrijk zijn, niet alleen teleurgesteld zullen zijn als de mensen niet voor ANC zouden stemmen maar dat ze zelfs met straffen zouden komen. En als dat de mensen nog niet genoeg zou overtuigen voegde hij er als laatste aan toe dat je sowieso naar de hemel gaat als je op hen stemt. Dat is nog eens een creatieve manier van campagne voeren.

Ik wens jullie allemaal een heel fijn weekend.
En als afsluiter, een van de meest trouwe lezers van mijn blog is jarig, gefeliciteerd Cleo!

woensdag 18 mei 2011

De vrijheid die democratie brengt...

Vaak hoor je voorstanders van een democratie zeggen dat democratie een van de weinige staatsvormen is die echte vrijheid voor het volk geeft. Nu is deze blog geen politieke blog en ik zal er dan verder ook geen uitspraken over doen, behalve dat ze het in Zuid Afrika wel heel letterlijk nemen. Omdat er vandaag gemeenteraadsverkiezingen zijn is het een nationale vrije dag, zijn de winkels dicht en draaien ziekenhuizen zondagsuren. De Zuid Afrikaanse democratie geeft de mensen vrijheid.... Maar of dat nou zo goed is?
Ik probeerde een filmpje van de zondagsschool te uploaden maar internet heeft er vandaag geen zin in. Dan maar even een foto van mij met een van mijn favoriete peuters... Het zoontje van een van de meiden in Mater Domini.

maandag 16 mei 2011

In het klooster...

Mijn excuses voor het feit dat jullie lang moesten wachten op deze blog. Blogspot had technische problemen die nu gelukkig opgelost zijn. Dus hier is deel 5 van het verhaal over D.

Nana had al gezien dat ze wakker was. ‘Je gaat naar het klooster,’ zei ze. ‘Ik heb de priester gebeld en hij heeft een plekje voor je geregeld. De nonnen zullen voor je zorgen…
De gangen waren lang en hoog. In elke hoek stond een beeldje, vaak in gezelschap van een kaars en een tegeltje met een Bijbelspreuk. Hoewel de zon buiten de aarde deed verdorren was het binnen koel. Toen ze binnen stapte hadden haar ogen moeten wennen aan het schemerige licht, haar lichaam had onwillekeurig gerild van de kou. Ze hadden haar naar een kamer gebracht waar behalve een bed, een kast en een bureau met een stoel niets stond. Boven haar bed hing een kruis. Op het bureau lag een oude bijbel. Ze had hem doorgebladerd maar hij was in het Engels. Dat kon ze niet lezen. De nonnen hadden haar gezegd dat ze maar wat moest rusten. Als de bel ging was het lunchtijd, dan moest ze de andere nonnen volgen naar de eetzaal. Ze wilde eigenlijk niet rusten, maar ze durfde ook nier zo goed haar kamer uit te gaan want ze was bang dat ze de bel niet zou horen dus ze ging maar op haar bed zitten. Aan de muur tegenover haar bed hing een vergeeld schilderij van Jezus. Hij had een mooie gouden krans om zijn hoofd. Het leek alsof hij haar aan keek met zijn grote ogen. Ze wilde met hem praten maar ze wist niet wat ze moest zeggen. Hoewel ze er op zat te wachten maakte het snerpende geluid van de bel haar aan het schrikken. Ze had niet verwacht dat het zo luid zou zijn. Ze opende haar deur en zag twee nonnen voorbij komen die druk aan het praten waren en haar niet leken op te merken. Overal kwamen nonnen vandaan, gekleed in smetteloos wit. Een beetje verlegen volgde ze ze. De eetzaal was een grote, hoge zaal. Lichter dan de rest van het klooster. De zon scheen door de glas in lood ramen en wierp prachtig gekleurde schaduwen op de muren. Het gonsde en zoemde door het gelach en gepraat van vele tientallen vrouwen. In de hoek stonden grote pannen en de geur van stampmielies en vlees drong haar neus binnen. Opnieuw werd ze overspoeld door een golf van misselijkheid. Ze zag de non die haar naar haar kamer gebracht had, ze zat aan de lange tafel samen met een paar andere nonnen. Iemand had blijkbaar een grap verteld want de wangen waren rood aangelopen van het lachen en een oudere gezette non depte met haar servet tranen van haar wangen terwijl ze het uitschaterde. Plotseling merkte de non haar op. Ze zwaaide en wenkte dat ze moest komen. De nonnen schoven uit elkaar en maakten een plekje op de bank vrij. Er stond al een groot bord met eten voor haar klaar. Opnieuw kwam de misselijkheid naar boven en deze keer kon ze het niet stoppen, ze probeerde nog om weg te komen maar ze zat klem tussen de gezette heupen aan beide kanten. Haar ontbijt landde op de grond en in het spierwitte schort van de vriendelijke non en ze voelde hoe haar wangen rood werden. Ze durfde niet op te kijken. Ze voelde hoe iemand haar optilde, een koude vochtige doek werd langs haar lippen en voorhoofd gehaald en iemand gooide een emmer water over de vloer om alles schoon te maken. Zachte stemmen leken uit de verte te klinken en toen ze haar op grond legden en ze haar ogen opende zag ze boven haar de hoofden van vijf bezorgd glimlachende nonnen. Ze sloot haar ogen weer, en hoorde hoe ze over haar praatten. ‘Ze kan hier niet blijven, hoe moeten we voor haar zorgen.’ ‘ Nu is het nog de misselijkheid, maar wat doen we als ze een kind krijgt?’ ‘Het is zelf nog een kind, hier is helemaal niemand voor haar om mee te spelen.’

Ze bleef nog een week. De dagen waren lang en het ononderbroken ritme maakte haar moe. Meestal lag ze op haar bed of zat ze buiten op de stoep te kijken naar de bedrijvigheid. Iedereen had zijn eigen taak. De nonnen leken gelukkig, ze zongen, glimlachten, sloegen hun kruisjes en zeiden trouw hun dankgebeden op. Ze zorgden goed voor haar. Haar bed was stug maar comfortabel. Het eten was simpel maar lekker. Na die eerste keer hoefde ze niet meer over te geven maar ze bleef zich schamen en vond de tijden dat ze moest eten de vreselijkste momenten van de dag. Er waren geen andere kinderen en ze mistte het spelen met de kinderen uit haar buurt. Na een week werd haar meegedeeld dat ze haar tas moest inpakken want de volgende morgen zou ze samen met een paar andere nonnen met de bus naar Kaapstad gaan. Daar was een huis voor meisjes zoals haar. Meisjes die zwanger waren en dat liever niet wilden. Er zou goed voor haar gezorgd worden. Ze voelde een lichte opwinding in haar buik. Meisjes zoals haar, meisjes waarmee ze zou kunnen spelen. En dan in Kaapstad nog wel. De kinderen in haar school zouden het niet geloven als ze dat zou vertellen. Niemand van hem was in de Kaap geweest. Je moest de hele dag rijden. De meester had foto’s laten zien van de Tafelberg en de vele hoge gebouwen. Dat zou ze nu allemaal in het echt zien!

dinsdag 10 mei 2011

Stank voor dank...

Deel 4 van het verhaal over D. Klik hier voor deel 1, hier voor deel 2 en hier voor deel 3.

Ze lag in bed. Uiteindelijk had Nana het verteld. Oom had geschreeuwd. Eerst tegen Nana. Dat ze beter op haar had moeten passen en dat zij maar voor een oplossing moest zorgen want het was niet zijn probleem. Daarna tegen haar. Volgens hem was ze voor niets goed. Hoe durfde ze zo thuis te komen. Oom en Nana hadden haar opgenomen in hun huis nadat haar eigen ouders spoorloos verdwenen waren. ‘Stank voor dank’, had oom gezegd. ‘Na al het geld dat je ons gekost hebt is het enige wat je kan doen zwanger worden?’ Ze was de kamer uit gegaan omdat ze niet wilde dat oom haar zou zien huilen. Dat zou het allemaal nog erger maken. Haar hand gleed onder haar shirtje en aaide zachtjes haar buik. Ze dacht aan de plaatjes die de vrouwen in de bijbelklas hadden laten zien. Baby’s, nog in de buik van hun moeder, alles was er al, maar ze waren nog te klein om geboren te worden. Dat groeide nu in haar buik. Ze dacht aan het kindje van haar nicht en glimlachte. Baby’s waren lief. Ze rilde toen ze dacht aan wat de vrouw van de garagehouder gezegd had. Ze moest van haar zwangerschap afgeholpen worden zodat niemand het zou weten. Misschien wilde ze dat helemaal niet. Ze kon zich ook niet zo goed voorstellen dat ze een baby zou hebben, maar het zou toch nog heel erg lang duren voor de baby geboren zou worden. Ze wilde niet dat iemand de baby uit haar buik zou halen. Ze herinnerde zich dat de vrouwen in de bijbelklas hen hadden gewaarschuwd, ‘abortus veranderd je in een moordenaar!'Ze wilde geen moordenaar zijn.

Uiteindelijk viel ze in slaap. Ze droomde dat ze het kindje van haar nicht vermoorde, er was veel bloed. En misvormde baby’s renden furieus achter haar aan. Ze werd wakker van een schreeuw en realiseerde zich dat zij het zelf was geweest die schreeuwde, alles voelde klam. Ze voelde dat iemand naar haar keek. Nana zat naast haar matras dat op de grond lag en huilde. ‘Meisje, meisje’, zei ze. ‘Wat moeten we doen. ‘ Haar lip bloedde. Ze vermoedde dat oom zijn handen weer eens niet thuis had kunnen houden en ze voelde zich schuldig. Hij had Nana geslagen om haar. Ze ging rechtop zitten en Nana sloeg haar armen om haar heen. Ze zocht naar woorden, het was moeilijk om te praten. ‘Meisje’, zei ze uiteindelijk,’ Je bent nog zo jong, en ik weet niet of we er goed aan doen maar ik denk niet dat we je een abortus moeten laten doen. We hebben er sowieso het geld niet voor. Oom zei dat ik je maar een schop in de buik moest geven, of iets moest doen met naalden, zijn zus had ooit hetzelfde probleem en zijn moeder had haar landbouwgif gegeven, het hielp maar daarna is ze nooit meer dezelfde geweest. Ik wil je dat niet aandoen, je bent nog zo jong.’ Nana streelde haar haar, kuste haar op het voorhoofd en wiegde haar zachtjes heen en weer. ‘We vinden wel een oplossing.’

Ze werd wakker van het felle zonlicht dat door de open deur kwam. De zon kwam net op. In het licht zag ze het silhouet van Nana, ze was bezig met het inpakken van een koffer. Haar hoofd voelde zwaar van het huilen en haar kussen was nog nat. Ze wilde doen alsof ze nog sliep, alsof gisteren een droom was en ze vandaag weer gewoon naar school ging. Nana had al gezien dat ze wakker was. ‘Je gaat naar het klooster,’ zei ze. ‘Ik heb de priester gebeld en hij heeft een plekje voor je geregeld. De nonnen zullen voor je zorgen…

vrijdag 6 mei 2011

Pasen in Namibie...

We zijn afgelopen maandag terug gekomen van Namibie waar we een geweldige tijd gehad hebben, zoals je op de foto's kan zien. En waar we ook een lesje vertrouwen geleerd hebben. Zuid Afrika verlaten zonder visum was iets dat me niet helemaal koud liet maar de dame bij de grens stelde ons zo gerust dat we er de hele week eigenlijk vrij weinig aan gedacht hebben. En het mooiste was nog dat op de terugweg nergens naar gevraagd werd en ik een nieuw toeristenvisum voor 3 maanden gekregen heb. God antwoordt gebed op zijn manier! Nu zijn we terug in Kaapstad waar het toch echt winter aan het worden is. Regenbuien, harde wind, dikke truien en een winterdeken in ons dekbed. En ook, lekker warme soep, onder een dekentje op de bank zitten met een boek en een kop hete thee en 's ochtends iets langer in bed blijven liggen omdat het toch nog donker is buiten... winter is best leuk :)
Liefs Anneke

donderdag 5 mei 2011

Haar vriend.... een held?!

Ik ben veilig en wel terug uit Namibie. morgen zal ik daar meer over schrijven. Vandaag deel 3 van het verhaal over D. Klik hier voor deel 1 en hier voor deel 2.

Ze grinnikte. ‘Zwanger zeker..’ zei ze tegen Nana. ‘ Zo weet ik het altijd bij mijn dochters. Maak je geen zorgen, mijn zus weet hier wel een oplossing voor. De priester heeft je zeker gestuurd…. ‘
Ze knikte. Hoewel ze het niet wilde ging het wel over haar en ze had het gevoel dat ze recht had om gehoord te worden. De vrouw van de garagehouder keek niet naar haar. ‘Ja’ zei Nana, ‘De priester zei dat jij wel een oplossing wist.’ De vrouw van de garagehouder pakte een notitieboekje uit haar groezelige schort en viste een potloodje van achter haar oor vandaan. Ze schreef een telefoonnummer op. ‘Dit is het nummer van mijn zus, zij helpt van de zwangerschap af op een snelle manier. Zorg er voor dat je het kind 1800 Rand mee geeft. Geen haan die er daarna naar kraait. Ik houd mijn mondje dicht en zal ook tegen niemand zeggen dat jullie hier geweest zijn. Plotseling keek ze haar toch aan. ‘Ja meidje, dat komt er van, een beetje met de jongens spelen… dat heeft gevolgen. Ik hoop dat het goed pijn gaat doen zodat je je lesje leert.’
Nana bedankte de vrouw van de garagehouder en liep het hek uit. Ze maakte met een knik duidelijk dat ze maar beter kon volgen. Onderweg naar huis begon Nana eindelijk tegen haar te praten. Zachtjes, zodat de andere mensen het niet konden horen. Maar de woorden kwamen hard aan. Nana noemde haar een hoer, en vroeg of ze nagedacht had waar het geld vandaan moest komen. Ze zei dat ze haar lichaam maar moest verkopen om aan genoeg geld te komen, met mannen slapen was blijkbaar niet zo moeilijk voor haar. Ze kwamen langs het huis van haar vriend, ze zag hem bezig in de tuin. Hij was aan het knutselen aan een oude motor, dat deed hij graag in zijn vrije tijd. Ze aarzelde even en liep toen bij Nana vandaan in de richting van hem. Ze wilde met hem praten. Na twee stappen had Nana door wat er gaande was en ze draaide zich om. Ze pakte haar wreed bij haar schouders. ‘Wat denk je nu, dat je zo maar naar hem toe kan gaan? De schurk die 12 jarige meisjes zwanger maakt? We zullen er voor zorgen dat de politie ervan hoort, die jongen hoort in de cel!’ Andre hoorde het lawaai en rende naar de straat. Ze zag hem en schreeuwde ‘ ik hou van je, ik ben zwanger’. Het voelde raar om dat te zeggen. Het was alsof ze een actrice was die dat ene zinnetje met zoveel mogelijk drama voor het publiek ten gehore moest brengen. Ze verwachtte dat hij nu zou veranderen in de held die hij beloofd had voor haar te zijn. Altijd zou hij voor haar vechten, samen zouden ze alle moeilijkheden aankunnen. Zij was zijn prinsesje en zij hield van hem, haar prins. Maar ze zag hoe hij versteende, lijkbleek werd, hij draaide zich om en liep weg. ‘Zie je, dat is hoeveel je voor hem betekent. Hoeveel heeft hij je betaald om je zwanger te maken?’ Andres gedrag wakkerde Nana’s boosheid weer aan en ze begon van voren af aan. Plotseling kon ze zich niet meer goed houden. Ze begon hard te huilen en beschaamd trok Nana haar mee naar een rustiger straatje. ‘Ben je niet goed bij je hoofd’ siste ze tussen haar lippen door.’Eerst schreeuwen dat je zwanger bent en daarna zo hard huilen, de mensen gaan praten, nu kun je het net zo goed gelijk in de krant zetten. Wat wil je dat de mensen van ons denken, je bent een schande voor de familie!’ Het leek of Nana nog meer wilde zeggen maar ze bedacht zich en liep door. Toen ze bijna thuis waren zag ze dat het bakkie van oom voor de deur stond. Hij was thuisgekomen uit zijn werk. Ze hoopte dat hij nog niet te lang thuis was want meestal nam hij na het werk een paar glazen brandewijn die zijn humeur nogal onvoorspelbaar maakten.
Het was nog erger dan ze gedacht had. Hij was al lang thuis en de hele kamer stonk naar rook en drank. Nana gaf haar een por in de rug. ‘Zeg het zelf maar, ik ga het niet weer tegen iemand zeggen. En sta daar niet zo te huilen als een klein kind. Je kan toch zo goed ‘volwassen’ dingen doen? Laat me nu maar eens zien hoe volwassen je bent.’ Ze deed haar mond open maar de woorden kwamen niet. Ze kon het niet. Ze was bang voor wat er zou gebeuren als ze het zou zeggen. Het voelde alsof het alles meer ‘echt’ zou maken. Alsof het niet waar was zolang ze het niet zou zeggen.

zaterdag 23 april 2011

Veilig in Namibie

Voor iedereen die meegehoopt, gedacht en gebeden heeft... We zijn veilig in Namibie aangekomen. De manager van de grenspost hoefde niet uit bed gebeld te worden, ze lieten me zo ook wel door...
En ze beloofden dat ze me ook weer binnelaten.
Dus we kunnen met een gerust hart genieten van onze kampeervakantie met Hartmut's familie.
Op naar de sossusvlei!
Fijne paasdagen, en vergeet niet dat het niet om de eieren en chocola gaat!
Liefs Anneke

woensdag 20 april 2011

Schaatsles en (half) goede berichten...

Deel 3 van het verhaal is onderweg, maar nu eerst even een foto. Afgelopen zaterdag zijn Hartmut en ik gaan schaatsen met een groep tieners uit een van de townships. Onze kerk organiseert samen met een kerk daar activiteiten voor de kinderen en jongeren uit de township. Erg belangrijk, want de meeste jongeren daar leven in deprimerende omstandigheden. HIV, honger, geldgebrek en werkloosheid zijn de normaalste zaak van de wereld. Gelukkig voor iedereen was het schaatsen erg leuk. Behalve dat ik de dag erna spierpijn had. Niet in mijn benen, zoals ik zou verwachten, maar in mijn armen omdat ik soms heel wat kracht nodig had om de begionnende schaatsers overeind te houden. het gezicht van het meisje op de foto spreekt boekdelen....

En nog even wat anders, het lijkt er op dat we toch naar Namibie gaan. Niet omdat mijn visum in orde is, dat kan nog lang op zich laten wachten. Ik heb vandaag de hele dag bij home affairs doorgebracht en dat is een van de meest ontmoedigende en demotiverende activiteiten die ik kan bedenken. Zo veel chaos, veel te weinig personeel en zo veel domheid... Daar kan zelfs mijn hoopvolle aard niet tegenop. Nadat ik de moed al bijna had opgegeven besloot ik om de grenspost waar we langs gaan te bellen, en zij maakten me weer een beetje vrolijker. Het is geen probleem, ze zullen me uit het land laten en weer binnenlaten zonder me in de gevangenis te stoppen of een bekeuring te geven. En de manager heeft al m
ijn details opgeschreven en ik mag hem, zelfs midden in de nacht, uit bed bellen als ze me toch problemen geven..

maandag 18 april 2011

De priester...

Deel twee van het verhaal over D. Klik hier voor deel een.

De priester gromde. Het was blijkbaar niet de eerste keer dat hij zoiets hoorde. Vermoeid zuchtte hij en begon hij Nana te vertellen over de opties die ze hadden. Uiteraard zouden ze geen abortus laten doen, goede katholieke mensen doen dat niet. Maar als Nana er op aandrong had hij wel een adresje. Nee, niet in het ziekenhuis. Het was bij een vrouw thuis, ze deed het snel en vakkundig, niemand hoefde het te weten. Want dat zouden ze toch niet willen, dat andere mensen hierover zouden horen. Hij kon het begrijpen. Het kind was nog zo jong. Ze luisterde hoe Nana verder informeerde. Het zou niet al te veel pijn doen, er was alleen een risico dat ze teveel zou bloeden. Dan moest de baarmoeder er uit. Dat moest dan wel in het ziekenhuis in de stad. Lastig, maar als dat gebeurde dan moest dat maar gezien worden als de straf van God. Nana leek in te stemmen. 1800 rand zouden ze moeten betalen. Nana schrok, waren zulke voorzieningen niet gratis, financieel ondersteund door de staat? De priester keek een beetje argwanend om zich heen en begon zachter te praten. ‘Vrouw, we leven hier in een dorp, als je zulke zaken snel wilt regelen kun je niet wachten op de staat, deze vrouw doet uitstekend werk. Ik kan je in iedere straat wel een meisje aanwijzen dat bij haar geweest is. Niet dat ik dat doe, ‘hij grinnikte zenuwachtig, ’ de meisjes hebben recht op privacy. Maar ga maar eens praten met garagehouder, zijn vrouw en dochters hebben, zo te zeggen, genoeg ervaring.’ Plotseling leek hij gehaast. Hij stond op, pakte zijn agenda en autosleutels en liep weg. Hij draaide zich om naar haar. ‘Zorg er maar voor dat je hier snel vanaf komt. Ik wil je niet in de bijbelklassen zien zolang je dit hoerenkind bij je draagt.’ Hij spuugde de woorden haast uit, draaide zich om en liep de deur uit.

Nana huilde. Zij huilde ook. Ze wilde naar Nana toe gaan. Een arm om haar heen slaan. Een beetje liefde voelen. Maar de zwaarte in haar maag maakte dat ze op haar stoel bleef zitten. Verlamd. Ze was zwanger. Ze was niet meer welkom in de bijbelklas. Een paar weken geleden was er een groepje vrouwen in de bijbelklas geweest. Blanke vrouwen, ze hadden deftig Afrikaans gepraat, Afrikaans zoals de mensen op TV praten. Ze waren erg vriendelijk geweest. Ze hadden koekjes en snoepjes uitgedeeld en ze hadden een video laten zien over hoe een baby groeit in de moeders buik. Er waren ook modellen geweest van foetussen en kleine baby’s. Ze herinnerde zich hoe ze met haar vingers de omtrekken van de foetussen gevoeld had. Klein, maar alles was er al. Ze herinnerde het warme gevoel in haar buik, zo mooi! ‘Een wonder van God!’Had een van de vrouwen gezegd, en de priester had ingestemd. Nadat de vrouwen alles hadden laten zien en uitgelegd had de priester nogmaals verteld over hoe het leven heilig is. Dat je daar als mensen niets aan kan veranderen omdat een zwangerschap een geschenk van God was. ‘Abortus is zonde’ zei hij. En de meisjes hadden allemaal geknikt. Opeens herinnerde ze zich dat Elmarie van de garagehouder, erg stil geweest was. Normaal had ze het hoogste woord. Zo’n meisje was het. Ze was altijd een beetje bang voor haar. Elmarie was de jongste thuis, ze had drie oudere zussen, die iedere week een ander vriendje hadden. Ze had altijd het gevoel dat Elmarie dingen wist die zij nog niet wist. Elmarie keek altijd zo uit de hoogte als ze vertelde dat ze graag verstoppertje speelde met de kinderen uit de buurt.

Nana duwde het hek open. Het kraakte een beetje. ‘Is daar iemand?’ vroeg Nana. Domme vraag, dacht ze, want de muziek stond hard aan en ze kon ruiken dat er iemand aan het koken was. Ze hoorde de stem van Elmarie’s moeder. ‘kom maar verder, ik ben bezig.’ Nana liep verder en schuw volgde ze haar. De vrouw van de garagehouder had een schort voor en was vetkoek aan het bakken. Ze voelde dat ze moest overgeven. Normaal vond ze vetkoek heerlijk, maar de laatste weken was de geur alleen al genoeg om misselijk te worden. Ze rende naar buiten en alles kwam er uit. Schuw keek ze op. De vrouw van de garagehouder stond achter haar. Ze grinnikte. ‘Zwanger zeker..’ zei ze tegen Nana. ‘ Zo weet ik het altijd bij mijn dochters. Maak je geen zorgen, mijn zus weet hier wel een oplossing voor. De priester heeft je zeker gestuurd…. ‘

vrijdag 15 april 2011

De schoolverpleegster...

Ik had beloofd meer over mijn clientje D. te schrijven. En toen ik eenmaal begon met schrijven bleek dat het verhaal veel te lang was om het in een keer te plaatsen. Dus nu komt het in delen, vandaag deel 1.

Het was een normale controle geweest. Ieder jaar kwam de schoolverpleegster langs om alle kinderen uit de school te onderzoeken. Ze vond het niet erg want aan het eind mocht je altijd iets uitzoeken. Een klein cadeautje, of een grote kauwgombal. De schoolverpleegster vroeg of ze al ongesteld was. Ze knikte. Ze was een van de eersten van haar klas geweest. De eerste keer was ze erg geschrokken. Niemand had haar verteld dat ze dat kon verwachten. Ze dacht dat ze ziek was, heel erg ziek, en dat ze langzaam dood zou bloeden. Huilend was ze naar haar tante gegaan. Nana,zoals ze haar tante noemde, had haar nog kleine kinderlijfje vastgepakt en zachtjes heen en weer gewiegd. ‘Nu ben je een vrouw’ had Nana gefluisterd. Het gaf haar een beetje een verward gevoel, ze had eigenlijk niet goed geweten wat Nana ermee bedoelde maar het klonk belangrijk. Na die eerste keer was het iets wat steeds terug kwam, niet prettig maar blijkbaar normaal. De verpleegster vroeg wanneer het de laatste keer geweest was dat ze ongesteld was. Nu ze erover nadacht besefte ze dat het al een tijdje geleden was. Toen ze dat tegen de verpleegster zei moest ze in een potje plassen. De verpleegster dipte er een wit staafje in en liet het een paar minuten later aan haar zien. Een klein rood streepje was fel afgetekend op het wit. Een dun streepje, maar voor de verpleegster leek het een startsein te zijn om te beginnen met schreeuwen en schelden. Ze had haar benen bij elkaar moeten houden. Als ze weer bij haar zou komen zou ze haar knieën bij elkaar binden tot ze oud genoeg was. Ze had geschreeuwd dat ze genoeg meisjes zoals haar had gezien. Dat ze er genoeg van had. Dat het bergafwaarts ging met de samenleving. En toen was ze de deur uitgelopen.

Ze bleef in het hokje van de schoolverpleegster wachten. Ze wist niet goed wat ze moest doen en ze was bang dat de verpleegster weer zou schreeuwen als ze zomaar weg zou lopen. Ze zag de doos met cadeautjes en kauwgomballen staan. Misschien mocht ze al iets pakken, ze vroeg zich af of ze vast kon gaan kijken om het mooiste cadeautje uit te zoeken maar besloot dat het beter was om gewoon te blijven zitten. Een uur later kwam Nana binnen. Zwijgend, maar met rode ogen. Nana had haar met harde hand van de stoel getrokken en meegesleurd. Ze had nog net haar schooltas kunnen pakken. Nana zei dat ze die net zo goed kon laten liggen. ‘Die heb je voorlopig toch niet nodig.’ Ze had niet geweten waarom Nana dat zei. Ze gingen naar huis. Nana liep met grote stappen en ze kon haar alleen met grote moeite bijhouden. Thuis moest ze in de kamer blijven zitten, terwijl Nana iemand belde. Ze moest haast bedelen om naar het toilet te mogen. Nana wilde haar geen moment uit het oog verliezen en leek bang te zijn dat ze iets zou doen.

Toen de priester binnen kwam werd ze bang. De priester kwam nooit zomaar langs. Hij had het altijd druk want de parochie was groot en de mensen woonden ver bij elkaar vandaan. Hij begroette Nana en knikte naar haar. Ze voelde haar maag ineen krimpen, het was geen vriendelijke knik, ze had het gevoel dat ze iets verkeerd gedaan had.’ Dank u dat u zo snel kon komen,’ zei Nana,’ We hebben uw hulp nodig want het kind is zwanger.’ Het was alsof iemand haar een schop in haar maag gaf. De wereld begon te draaien en het voelde alsof ze moest overgeven. Opeens besefte ze waar de verpleegster over gepraat had. Ze was nu een van hen, een van die meisjes waar je op neer keek. Een van de meisjes die zwanger was. Ze had het kunnen weten, geen ongesteldheid, een langzaam dikker wordende buik, en alles wat ze gedaan had met haar vriend. Ze had het kunnen weten. Maar ze had gewoon niet gedacht dat het bij haar ook zou gebeuren. Ze was nog zo jong. Dat betekende het dus, dat ze een vrouw was. Daar had Nana het over gehad. Ze had het tegen haar gezegd om haar te waarschuwen…

dinsdag 12 april 2011

Home Affairs...

We wachten nog altijd op nieuws van Home Affairs... hoewel, wachten klinkt erg passief voor de dagelijkse telefoontjes die we plegen om onze vrienden bij Home Affairs te laten weten dat ze een beetje harder en efficienter moeten werken. Blijkbaar is de sticker toch niet klaar. Wat behoorlijk verwarrend is. Iedere keer zeggen ze wat anders aan de telefoon. De ene keer is het bijna klaar en moet het alleen nog opgestuurd worden, de volgende dag kunnen ze mijn document niet eens openen en moet het teruggestuurd worden naar het hoofdkantoor en een dag later moeten we 'over een week maar terugbellen, want nu kunnen we niets zeggen'. We staan in de startblokken. Als ze zeggen dat de sticker klaar is zit ik in de auto om hem op te halen. Ze hebben nog tot volgende week, anders gaat de reis naar hartmut's ouders niet door. Gelukkig geloven we in een God die machtiger is dan Home Affairs-mensen.
Ik ondervind nu aan den lijve wat het is als mensen je onrecht aan doen. Ik moet een boete betalen of de gevangenis in als ik het land uit ga terwijl ik niets verkeerds gedaan heb. Onrechtvaardig. Maar ik mag niet klagen, ik heb telefoons, faxen, internet en een bankrekeing met geld tot mijn beschikking. Ik heb hier veel vrienden die met me meeleven. Stel je voor dat je een vluchteling bent, dat je niet welkom bent op de plek waar je altijd woonde vanwege je kleur, je geslacht, je geloof. Dat je dan naar een ander land gaat waar het veiliger is omdat je je leven in je eigen land niet zeker bent. Je hebt geen geld, je bent alleen, je kent niemand en je spreekt de taal niet. En dan krijg je te maken met de problemen waar ik nu mee te maken heb. Dan vallen mijn problemen eigenlijk wel mee. Misschien is het goed dat ik dit nu meemaak. Zodat ik onrecht beter begrijp, de frustratie, de machteloosheid, het eeuwige wachten op hopelijk goed, maar vaak ook slecht nieuws. Ik leer hier... Maar het zal nog lang duren voor ik Zuid Afrika dankbaar ben voor deze ervaring.

vrijdag 8 april 2011

Plaatjes...

Deze keer wat foto's om een beeld te krijgen van mijn werk.

  • Dit ben ik met Nadia en haar man. In Januari kwam Nadia naar de abortuskliniek voor een abortus. Ze was al te lang zwanger om nog nog een abortus te kunnen hebben, zoals de dikke buik op de foto laat zien. 'Gelukkig', zegt ze nu, want 'er zat op dat moment een steekje los in mijn hoofd, de zwangerschap overviel me zo dat ik er niet blij mee kon zijn en abortus leek de enige oplossing'.Nu is het kindje meer dan welkom en ze kijken er allebei enorm naar uit. Dat wil niet zeggen dat het allemaal gemakkelijk zal zijn. Ze hebben geen geld voor de baby, alleen een enorm vertrouwen dat God hen zal helpen. Gisteren heb ik hun een grote zak met babykleertjes cadeau kunnen geven om hun vertrouwen te sterken.

  • Op deze foto zie je mij met D. Een twaalf jarig meisje dat op dit moment in mater Domini woont in verband met haar zwangerschap. Het is moeilijk om haar op de juiste manier te begeleiden. Ze is nog een kind, bang voor de zwangerschap, en probeert het uit alle macht te ontkennen. Liever wil ze spelen. Ze mist thuis omdat er in Mater Domini niemand is die verstoppertje met haar wil doen. Deze week heb ik haar meegenomen op een uitje naar het aquarium, samen leuke dingen doen om haar te laten merken dat ik om haar geef. En daar kwam ze los, ze praatte honderduit en durfde open te zijn. Ik zal binnenort een beetje meer over haar schrijven.

  • En dan nog de beloofde foto's van Ellmah en Omari, wat een mooi jochie...
  • En als laatste wilde ik jullie dit niet onthouden. Het ziekenhuis waar Hartmut en ik de zondagsschool geven is christelijk en de verpleegsters willen erg graag christelijke waarden aan de kinderen aanleren. Over het algemeen erg goed natuurlijk maar een van de dingen maakt het altijd erg moeilijk voor me om niet heel hard te beginnen met lachen. De verpleegster willen namelijk dat de kinderen bidden voor het eten. Op zich niet smis mee.Voor het eten binnenkomt telt een van de verpleegsters af , '1,2,3...' en alle kinderen beginnen het gebedje op te dreuenen. Maar ze zijn zo goed getrained dat het heel gevaarlijk is om op een ander tijdstip dan voor het eten '1,2,3...' te zeggen want het is me al een paar keer overkomen dat de kinderen dan spontaan beginnen te bidden....

Dit vind je misschien ook wel leuk...

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...