maandag 20 september 2010

De vis en de hengel....

Zaterdag ben ik met Hartmut en zijn collega’s maar Khayetisha geweest. Kyahelitsha betekend ‘nieuw thuis’. In de tijd van de apartheid werd een groot deel van Kaapstads zwarte bevolking onder dwang naar dit nieuwe thuis verhuist. Tegenwoordig is met 400.000 inwoners een van de grootste townships van Kaapstad. Veel van mijn cliĆ«nten komen hier vandaan. Er is een enorm alcoholprobleem en een werkeloosheid van 70%. Veel mensen uit de Eastern Cape trekken naar Kaapstad op zoek naar werk en een beter leven, maar eindigen ergens in Khayelitsha in een shebeen (bar) omdat alcohol veel makkelijker verkrijgbaar is dan een baan.
Betekend dit dat het een uitzichtloze situatie is? Dat het probleem te groot is om mensen te kunnen helpen? Ik denk het niet, maar ik weet wel dat uitvinden wat er precies moet gebeuren en hoe je het moet aanpakken een lastig probleem is. Het chinese gezegde over dat je een arme man geen vis moet geven maar een hengel als je hem echt wilt helpen is misschien oud en al duizend keer verteld, maar dergelijke verhalen zouden niet zo vaak gebruikt worden als ze geen krachtige kern van waarheid hadden. Als je als regering of NGO iets wilt doen waar je mensen echt mee helpt moet je je eerst afvragen wat de nood is en het is enorm belangrijk om de mensen betrokken te maken in je project. In Khayelitsha hebben we zaterdag een schoolvoorbeeld gezien van hoe het niet moet maar ook een uitstekend voorbeeld van wat wel werkt.
Khayelitsha is omgeven door zandduinen en vanaf een van de hoogste duinen heb je een schitterend uitzicht over de omgeving. De gemeente Kaapstad heeft daarom een houten platform en een mooie trap gebouwd om het voor de mensen een beetje gemakkelijker te maken om van dit uitzicht te genieten. Wat we bovenaan de trap aantroffen was inderdaad interessant, niet zozeer vanwege het uitzicht, hoewel dat mooi was, maar meer vanwege het ontbreken van het platform. Alleen de balken van het fundament waren op de meeste plekken nog aanwezig, de rest van het hout was gestolen. Brandhout is veel belangrijker dan een mooi uitzicht als je niet eens weet waar je je maag mee moet voelen en hoe je de school voor je kinderen moet betalen. Dit is duidelijk een project waar de gemeenschap niet op zat te wachten. De gemeente heeft hier veel geld in gestoken maar als ze de mensen van goedkoop brandhout wilden voorzien hadden ze dat beter op een andere manier kunnen doen.
De reden waarom we in Khalelitsha waren was om het Abalimi tuin project te bezoeken. Een schitterend project dat de mensen eten, werk maar vooral waardigheid geeft. Vrouwen die in de buurt van de tuin wonen kunnen zich aansluiten bij de organisatie. Ze krijgen een stukje grond en les over tuinieren en kunnen aan de slag gaan om hun eigen groenten op een organische manier te verbouwen. In ruil voor de grond moeten ze ook in de gemeenschappelijke tuin werken. De oogst van deze tuin wordt verkocht om nieuwe zaden en mest te kunnen kopen. Een van de vrouwen waar ik mee praatte was al 10 jaar in het project. ‘Ik moest altijd naar mijn familie gaan om te bedelen voor eten en een beetje geld, nu heb ik iets om te geven. Mijn familie is gek op de groenten, ik probeer zo veel mogelijk te verbouwen zodat ik iedereen er blij mee kan maken. De andere vrouwen die in de tuin werken zijn allemaal goede vrienden geworden, haast alsof ik een tweede familie heb. We delen alles, niet alleen tips over de tuin maar ook problemen die we in onze familie hebben. In het begin maakte ik veel fouten en had ik niet zo’n grote oogst. De andere vrouwen hebben me veel geleerd en nu gaat het erg goed! Ik wilde altijd naar school gaan maar er was geen geld, nu ben ik een trainer in Abalimi, ik ga naar andere tuin-projecten om de mensen daar te leren hoe ze groenten kunnen verbouwen. Ik ben erg blij met Abalimi, het heeft mijn leven veranderd.’
Hartmut en zijn collega’s zijn deel van de organisatie ‘Engineers without borders’ (ingenieurs zonder grenzen) een organisatie waar ingenieurs proberen om hun kennis in te zetten voor een betere wereld. Terwijl ik met de mensen kletste en verse bessen aan het proeven was waren zij druk bezig met uitzoeken hoe de pomp werkte en hoe ze een zonnepaneel kunnen instaleren om de elektriciteitskosten zo laag mogelijk te houden. En initiatief waar de mensen erg blij mee zijn, hoe minder kosten, hoe meer winst.
Ontwikkelingshulp, ofwel, het verhaal van de hengel en de vis. Ik kan er ondertussen boeken over schrijven. Er zijn veel fouten gemaakt in de geschiedenis, en dagelijks zien we daar de gevolgen van. Maar ik denk dat de wereld langzaam maar zeker begint in te zien hoe het moet. Het is een kwestie van geduld, van niet gelijk resultaten en blije gezichten willen zien, maar van de tijd nemen om de mensen te vragen wat ze nodig hebben, de tijd nemen om mensen te onderwijzen, en de tijd nemen om ze fouten te laten maken, zodat de zelf verkregen inzichten maken dat het project deel van henzelf is…

vrijdag 3 september 2010

If you're happy and you know it....

Gisteren ben ik samen met een groepje van mijn kerk naar Pollsmoor Prison geweest. Pollsmoor is de grootste gevangenis in de provincie en huist meer dan 7000 gevangenen, waaronder de grootste criminelen. Een paar maanden geleden schreef ik over de nummer gangs, die in deze gevangenis hun oorsprong vinden. Een organisatie die daar werkt onder de gevangenen organiseerd iedere maand een worship avond en een gebedswandeling. Ik was er al eerder geweest maar om de een of andere reden greep het me deze keer veel meer aan.
We liepen rond over het enorme terrein, zingend en biddend om de gevangenen te bemoedigen. Er was veel reactie vanuit de cellen. Sommige van de cellen zijn zo zwaar beveiligd dat de mannen geen daglicht mogen zien, voor de ramen zijn grote ijzeren panelen geplaatst. Daardoorheen schreeuwden ze naar ons om te laten merken dat ze er waren en dat ze ons hoorden.
Een van de mannen die er werkt moedigde ons aan om zondagsschool liedjes te zingen. De meeste gevangenen hebben al jaren geen kerk vanbinnen gezien maar velen hebben toen ze klein waren een zondagsschool bezocht. De liedjes hebben iets warms, iets vertrouwds. En dat merkten we toen we begonnen te zingen. ‘Jezus houdt van alle kleine kinderen.’ Veel van de mannen barstten in tranen uit, staken hun handen naar buiten, zongen zachtjes mee. Daarna begonnen we ‘If you’re happy and you know it clap your hand…’ en plotseling hadden we een klein feestje. Daar stonden we, wij in de donkerte en kou van de nacht, zij in de kou en donkerte van eenzaamheid en wanhoop. Gescheiden door meters prikkeldraad, maar samengebracht door een liedje. Wij buiten, zij binnen samen dansend en zingend. We klapten in onze handen en stampten met onze voeten op de maat van het liedje. Eindeloos herhaalden we het liedje, niemand wilde stoppen om de magie van het moment te breken. Het was bijzonder maar het maakte me ook zo verdrietig. Natuurlijk zijn deze mannen criminelen en hebben ze vreselijke dingen gedaan. En in deze wereld moeten we gevangenissen hebben om de orde te kunnen handhaven. Maar ik dacht aan alle kinderen, die jaren hun vader niet zien, de vrouwen, die kinderen moeten grootbrengen zonder hun echtgenoot, aan de vaders en moeders, die hun zoons moeten missen. De schaamte, de leegheid, het verdriet. Ik kan niet wachten op de dag dat er en nieuwe aarde is en alle gevangenisdeuren open gaan, om nooit meer gesloten te worden!

Tot die tijd ben ik blij dat er mensen zijn die de gevangenis in gaan om de gevangenen te laten merken dat ze waardevol zijn. Om Zuid Afrika te helpen met het zorgen voor de gevangenen. Nelson Mandela, de beroemdste ex-gevangenne van Pollsmoor zei het volgende“It is said that no one truly knows a nation until one has been inside its jails. A nation should not be judged by how it treats its highest citizens, but its lowest ones.”

Dit vind je misschien ook wel leuk...

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...