maandag 20 juni 2011

Onverwachts bezoek...

De hele familie bij elkaar, een zeldzaam momentje.... Mijn ouders waren afgelopen week 25 jaar getrouwd en hadden daarvoor een feestje georganiseerd. Leuk natuurlijk, maar ze vonden het heel erg dat wij er niet bij konden zijn. De ochtend voor het feestje had ik ze nog aan de telefoon en mijn moeder vertelde nog hoe erg ze het vond maar dat er ' toch niets aan te doen was'. Wat zij niet wist was dat wij de dag ervoor al van het vliegveld gehaald waren door mijn oom en tante die ons met alles geholpen hadden... De verassing was dan ook groot toen wij ineens de deur binnen kwamen. Heerlijk om samen dit mooie feest te kunnen vieren en om tijd door te brengen met mijn ouders en broers en zus!
Oom Henk en tante Annie, bedankt!

woensdag 15 juni 2011

Nog lang en gelukkig?

Ik denk dat velen verwachtten, of in ieder geval hoopten, dat deze blog zou gaan over hoe het kindje van D. geboren zou worden en welkom zou zijn. Dat haar vriendje er bij was en dat hij probeerde een goede vader zou zijn. Dat de familie het kindje accepteerde en misschien zelfs dat iemand een grote donatie gedaan had zodat er genoeg geld zou zijn voor kleertjes, luiers en andere baby benodigdheden. Dat we een traantje weg konden pinken als het ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ geklonken had.

Maar dat schrijven zou de waarheid geen eer aan doen. Helaas niet. D. is terug naar huis gegaan, waar ze het liefste heen wilde. De laatste keer dat ik haar aan de telefoon had was ze op een feestje, ze klonk aangeschoten en zei dat ze gelukkig was. Waarschijnlijk zal haar kindje geboren worden en dezelfde omstandigheden als waarin zij zelf geboren is, zonder vader, met een moeder die nog niet klaar is voor het moederschap. Zoals zoveel van de Zuid Afrikaanse kinderen. Waarschijnlijk zal ze na de bevalling niet meer terug gaan naar school, ze zal voor haar kindje zorgen en over een jaar of twee zal nummer twee op komst zijn. Zoals bij zo veel Zuid Afrikaanse tienermeisjes.

Hebben wij als hulpverleners gefaald? Hadden we haar in Kaapstad moeten houden om er voor te zorgen dat ze haar zwangerschap zonder al te veel problemen doorkwam? Hadden we nog langer met haar moeten vechten, zodat ze uiteindelijk op zou geven en zich schikken in haar lot?

Ik heb D. leren kennen als een bang meisje, dat, hoewel ze wist dat ze zwanger was, het altijd probeerde te ontkennen. Ze wilde er niet mee geconfronteerd worden. Op een dag liep ik met haar door een druk centrum. Uiteraard kwamen we een paar zwangere vrouwen tegen en ik zag dat haar ogen de dikke buiken volgde. Ik vroeg telkens waar ze naar keek, en telkens zei ze dat ze nergens naar keek. Maar haar ogen werden groter en haar gezicht werd als maar banger. Tot ze vroeg ‘ ik krijg toch niet zo’n grote buik?’. Ze dacht nog altijd dat het haar niet zou overkomen, dat hoewel ze zwanger was het niet zó erg zou zijn dat mensen het zouden kunnen zien. Ze voelde zich gevangen in het vluchthuis. Wilde niet geholpen worden want ze vond niet dat ze een probleem had. Kun je zulke meisjes helpen? Moet je zulke meisjes helpen? Kun je zulke meisjes uit hun vertrouwde wereld halen omdat jij denkt dat het beter is?

In onze ogen kwam ze uit een enorm arm gezin, zonder genoeg eten, zonder kansen. Maar dat was waar ze gelukkig was, waar ze uiteindelijk ook terug mocht komen. Oom is bijgedraaid, tante heeft aangeboden om D. te helpen. Is het dan aan ons om te zeggen dat ze beter in Kaapstad kan blijven?

Ik zou willen dat elk verhaal een succesverhaal was. Maar een van de belangrijkste dingen die ik geleerd heb in dit werk is dat er een groot verschil is tussen mijn doelen en mijn verlangens. Het kan niet mijn doel zijn om alle meiden te helpen. De meiden hebben daarin zelf namelijk ook een rol, als ze niet geholpen worden is het afgelopen, heb ik niets meer te doen. Als het mijn doel zou zijn zou ik iedere keer het gevoel hebben dat ik gefaald had. Mijn doel is om de meiden een veilige plek aan te bieden, klaar voor ze te staan en ze een hand geven als ze dat nodig hebben. Mijn verlangen is dat ze die hand aanpakken om de weg te lopen naar een zonniger toekomst. Maar alleen als ze er zelf klaar voor zijn….

zondag 12 juni 2011

Heel veel nieuws....

Yay, ik heb mijn visum! Eindelijk, ik ben weer legaal en hoef niet meer bang te zijn om bij een grens tegengehouden te worden.
Lees hierover, en over een heleboel andere goede, leuke, nieuwe en soms verdrietige dingen in mijn nieuwsbrief.
Heel veel liefs, Anneke

dinsdag 7 juni 2011

Een bootje op de zee....

Deel 8 van het verhaal over D. Volgende week de afsluiter...

‘Ik voel me ziek hier, ik zit de hele dag alleen, en ze zorgen niet goed voor mij.’ Dat laatste was niet helemaal waar, de nonnen deden echt wel hun best maar dat kon ze nu maar beter niet tegen Nana zeggen. Ze probeerde haar op alle mogelijke manieren duidelijk te maken dat ze met haar mee terug naar huis wilde. Nana had de urenlange reis vanuit hun eigen dorpje naar de Kaap gemaakt om te kijken hoe het met haar ging want de non had aan haar aan de telefoon verteld dat het niet zo goed ging. Ze vond zelf dat dat nogal zacht uitgedrukt was. Als ze hier nog een dag langer moest blijven zouden de nonnen en de andere meiden haar achterkant te zien krijgen, en ze vermoedde dat ze met die kant liever geen kennis wilden maken. Maar Nana leek niet overtuigd. D. zag aan haar gezicht dat ze het niet zag zitten om haar weer mee naar huis te nemen. Niet nadat ze in het dorp de roddelvuur over de zwangerschap van haar nichtje gedoofd had door te zeggen dat ze hun nichtje naar kostschool gestuurd hadden omdat dat beter was voor haar toekomst. Niet nadat haar man haar duidelijk gemaakt had dat ‘dat kleine hoertje’ zijn huis niet meer binnen zou komen. Nana zag ook wel dat haar nichtje niet gelukkig was. Maar zou ze thuis wel gelukkig zijn? In het kleine dorp waar de meeste mensen hun dagen doorbrachten met roddelen en drinken? Het dorp waar de priester heer en meester was en waar ze niet meer welkom was in de bijbelklas? Ze besloot haar laatste troef te spelen en vertelde dat Andre, de vader van de baby, in de gevangenis zat. De politie had lucht gekregen van de zwangerschap en hem in de gevangenis gezet. Nana vermoedde dat de zwangerschap niet de enige reden was, er was geen man in het dorp die niet schuldig was aan het illegaal brouwen van bier en het uitzetten van strikken om wild te vangen. De politie zette de mannen maar wat graag voor een paar weken achter slot en grendel om de dorpelingen duidelijk te maken dat, hoewel het vaak anders leek, zij nog altijd de baas waren. Nana had gehoopt dat dit nieuws haar nichtje zou ontmoedigen om terug te gaan, maar het tegendeel bewees zich. D. werd furieus en schreeuwde dat het geen verkrachting geweest was, dat de politie veel te snel actie ondernomen had en dat ze op zijn minst haar hadden moeten vragen wat het verhaal was. Ze wilde nu nog liever terug naar huis om te zorgen dat Andre weer vrij zou komen zodat ze samen een gezin kunnen beginnen. Zijn reactie op haar zwangerschap had ze, na er veel over na te denken, afgedaan als een vergissing van zijn kant. Hij had er vast ook spijt van en wachtte waarschijnlijk met pijn in zijn hart op haar terugkeer , op de hereniging met zijn prinses. ..

Ze had nog heel tranen moeten huilen en heel wat halve waarheden moeten vertellen voordat Nana overtuigd geweest was. Maar ze had het dan toch voor elkaar gekregen. Een paar dagen later zat ze samen met Nana in de bus op weg naar huis. Het had haar niet veel tijd gekost om haar tas in te pakken, ze had hem nooit helemaal uitgepakt. Ze merkte dat Nana zenuwachtig was, maar dat was ze zelf ook. Hoewel ze niets liever wilde dan naar huis gaan had ze een beetje pijn in haar buik. Ze wist niet goed wat haar te wachten zou staan. Nu was haar zwangerschap nog niet goed te zien, en bovendien kwam de winter er aan waardoor het gemakkelijk zou zijn om haar langzaam groeiende buik te verbergen. Maar daarna? Als het kindje er zou zijn, hoe moest ze er voor zorgen? Wat zouden de mensen zeggen. Iedereen in het dorp zou over haar praten. Angst overviel haar, misschien had ze toch in Kaapstad moeten blijven. In de miljoenenstad waar niemand haar kende. Waar niemand opmerkingen over haar zwangerschap maakte.

Het voelde alsof ze een klein bootje op de grote oceaan was. De wind en de golven duwden haar voort, iedere keer in een andere richting. Het maakte niet uit hoe lang het duurde, hoe ver ze voer, het land leek niet in zicht te komen. Het leven overkwam haar, en ze was de controle over het stuurwiel al lang geleden verloren…

Dit vind je misschien ook wel leuk...

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...